• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 3 september 2021

Bijbeltijd september - Gods beloften

Sjoukje Elsman-de Boer

De Bijbel staat vol met Gods beloften, wel meer dan 500. Beloften zijn toezeggingen die God aan ons mensen doet. Deze beloften laten zien wie God is. Hij laat in de geschiedenis zien dat Hij Zijn beloften vervult en dat Hij betrouwbaar is. Dat geeft ons hoop, vaste grond onder onze voeten.

Beloften zijn er in verschillende vormen. Hij geeft voorwaardelijke beloften; als je dat doet dan zal Ik… Maar ook onvoorwaardelijke beloften, beloften van het genadeverbond. Soms is een belofte speciaal voor een bepaalde persoon bedoeld en soms is het een algemene belofte die voor ons allemaal geldt. Er zijn ook beloften die nog uitstaan, die nog vervuld zullen worden.

Wij bepalen nooit wanneer een belofte vervuld zal worden, dat doet Hij zelf. Ons aandeel is het aannemen van het geschenk van de belofte, Hem ervoor danken en er met heel ons hart op vertrouwen dat Hij het waar zal maken. Het zijn allemaal geschenken van een gevende en reddende God Die zorgt voor Zijn kinderen. En wat hebben we ze nodig in deze wereld waarin alles zo snel verandert en niets zeker is. Maar bovenal: wat hebben we Hem nodig Die ons Zijn beloften geeft.

De komende maand willen we met elkaar beloften van God lezen waar we mee onderweg mogen gaan, Zijn toekomst tegemoet. In week 1 lezen we over Gods beloften als bron van hoop. In week 2 overdenken we enkele van Gods beloften als bron van gebed. In week 3 zullen we ontdekken dat Gods beloften ook een bron van troost zijn. In week 4 zien we Gods beloften tenslotte als bron van vreugde. Kijk daarbij ook eens goed: welke vraag of opdracht ligt er in voor jou? Als je Zijn beloften in je hart koestert, zijn ze als een rijke schat.

Week 1: Gods beloften, bron van hoop

Deze week lezen we elke dag een stukje uit het boek Genesis, een gedeelte uit Hebreeën 11 en een stukje uit 1 Petrus 1 en op zaterdag Jesaja 43:16-21. Ik wens je een hoopvolle week.

Zondag 5 september

LEZEN: Genesis 3:13-20
God belooft: ‘Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen en u zult Het de hiel vermorzelen’ (vers 15).

We beginnen met een bekend gedeelte. We lezen hier dat God na de zondeval van de mens Zelf de strijd gaat aanbinden tegen de slang. Is dit nodig? Ja, dit is nodig omdat Hij weet dat de mens hem nooit aan zal kunnen. Als we hier lezen dat de slang overwonnen zal worden door het Zaad van de vrouw dan wordt daar de Heere Jezus mee bedoeld. Deze eerste belofte van God wordt “de moederbelofte” genoemd. God zegt in deze belofte dat het Zijn wil is om ons te redden. Hij zal voor ons strijden!

VRAGEN
Realiseer je je dat het God Zelf is die vanaf het begin de strijd is aangegaan tegen de satan om ons, om jou te redden?

GEBED
Heere, U was en bent het Zelf die mij steeds weer tegemoet moet komen. Anders ga ik het niet redden. Dank U dat U Zelf de strijd aangaat tegen de satan en dat U doet wat wij als mensen niet kunnen.

LIED
Weerklank 11:3
Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons,
Hij kent onze broze kracht.
Hij bewaart ons, Hij ontzet ons
van de boze en zijn macht.
Looft uw Heiland, looft uw Heiland,
die het licht is in de nacht.

Maandag 6 september

LEZEN: Genesis 12:1-4
God belooft: ‘Ik zal U tot een groot volk maken … en in U zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden’ (vers 2 en 3).

VRAGEN
We lezen hier dat de Heere Abram roept en met hem een verbond opricht. En hoe klinkt de belofte? ‘(…) en in u zullen alle geslachten gezegend worden’. Wat daarmee bedoeld werd, kon Abram niet overzien. Hij kon nog niet beseffen dat uit zijn nageslacht de Christus zou voortkomen en wat dat zou betekenen voor Zijn volk en de volken.

  • De Heere belooft Abram te zegenen en die zegen heeft ook gevolgen voor de mensen om Abram heen. Als iemand door God gezegend wordt kun je dat merken aan die persoon. Heb jij wel eens bij iemand gemerkt dat die door de Heere gezegend werd?

GEBED
Heere, dank U wel dat U met mensen een verbond aan gaat en dat U een volk apart heeft gezet en uit de wereld hebt getrokken. Mogen wij ook als Uw volk uit de wereld getrokken tot een zegen zijn voor de wereld. Wilt U mij zegenen zodat ik tot zegen mag zijn voor de mensen om mij heen. Amen.

LIED
Sela: Gebed om zegen

Dinsdag 7 september

LEZEN: Genesis 12:5-8
God belooft: ‘Aan Uw nageslacht zal Ik dit land geven’ (vers 7b).

VRAGEN
Dit is de landbelofte. De Heere verschijnt aan Abram en belooft dit land te zullen geven aan Abrams nageslacht. Abram bouwde toen een altaar voor de Heere.

  • Hoe reageer jij op het goede wat de Heere je geeft?
  • Hoe geef jij Hem jouw dank in je leven?

GEBED
Heere, U geeft mij een plaats om voor U te leven. Wilt U mij laten zien hoe ik op die plek een altaar kan bouwen voor U om U te danken en Uw naam groot te maken.

LIED
Psalm 52:7
Mijn God, U zal ik eeuwig loven,
Omdat Gij ‘t hebt gedaan;
‘k Verwacht Uw trouwe hulp van boven;
Uw waarheid zal bestaan;
Uw naam is voor ‘t oprecht gemoed
Van al Uw gunstvolk goed.

Woensdag 8 september

LEZEN: Genesis 15:1-6
God belooft: ‘Zo talrijk zal uw nageslacht zijn’ (vers 5).

VRAGEN
Hier belooft de Heere aan Abram een groot nageslacht terwijl zijn vrouw Sara onvruchtbaar was en al oud. Maar, Abram geloofde in de Heere, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid. De Heere hielp hem het onwaarschijnlijke te geloven en liet hem het grote getal van de sterren zien. Soms geeft de Heere ons in onze mist en wanhoop wat meer zicht en zegt: “Kom eens uit je tent, kom eens naar buiten en kijk eens naar het grote perspectief, kijk eens wie Ik ben, hoe groot Ik ben.”

  • Heb jij wel eens meegemaakt dat de Heere je een ander perspectief liet zien in een situatie die voor jou verloren leek?

GEBED
Heere, U doet wonderen. Dat weet ik en dat geloof ik. Ik weet ook dat mijn zicht en mijn begrijpen maar zo beperkt is. Wilt U mij de ogen en het hart openen voor U en Uw werk.

LIED
Weerklank 251:1
Gij die alle sterren houdt,
in Uw hand gevangen,
Here God hoe duizendvoud,
wekt Gij ons verlangen,
ach, ons hart is verward,
leer het op Uw lichte,
hoge rijk zich richten.

Donderdag 9 september

LEZEN: Hebreeën 11:1-20
God belooft dat Hij beloont wie Hem zoeken.

VRAGEN
De heilsgeschiedenis in het Oude Testament heeft niet per ongeluk plaatsgevonden. God telde de jaren en de geslachten. En Hij laat door de zonden van de mensen heen steeds weer zien wie Hij is en wat Hij belooft. Hij vervult Zijn beloften aan Abraham. We zien in dit tekstgedeelte dat velen zich hebben vastgehouden aan Gods beloften en Zijn betrouwbaarheid. Zij werden niet beschaamd.

  • Ook jouw leven is van tevoren bedacht en wordt geleid. Geloof je dat?
  • Geloof je dat Hij beloont als je Hem zoekt?
  • Geloof je dat God Die ons Zijn beloften geeft getrouw is?

GEBED 
Heere, dank U wel voor al die geloofsgetuigen die ons zijn voorgegaan. Ze hebben op U en Uw beloften vertrouwd. Ik weet ook dat U betrouwbaar bent.

LIED
Gezang 103
1. De heiligen, ons voorgegaan,
hebben hier niets verworven,
maar zijn aan ‘t einde van hun baan
als vreemdeling gestorven.
Maar zij geloofden dat Gods hand
die hen tot daar geleid had
in ‘t beter, hemels vaderland
een stad voor hen bereid had.
Geprezen zij zijn naam!
Hij deed hen veilig gaan!
Komt, zingen wij tesaam
met alle heiligen!

2 Zij trokken uit als Abraham,
door God de Heer geroepen
zonder te weten waar hij kwam,
om ‘t land van God te zoeken.
Zij zijn gestorven in zijn naam
en hebben niets geweten
dan dat Hij had gezegd: Ik schaam
mij niet uw God te heten.
Geprezen zij zijn naam!
Hij deed hen veilig gaan!
Komt, zingen wij tesaam
met alle heiligen!

3 Die van de aarde vrijgekocht
nu rusten van hun werken,
zij spreken en getuigen nog
om ons geloof te sterken,
dat wij omgeven door de wolk
de weg ten einde lopen,
een met het heilig trekkend volk
in liefde en in hope.
Geprezen zij zijn naam!
Hij doet ons veilig gaan!
Komt, zingen wij tesaam
met alle heiligen!

Vrijdag 10 september

LEZEN: 1 Petrus 1:3-9
God belooft: ‘U wordt immers door de kracht van God bewaakt door het geloof tot de zaligheid, die gereedligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd’ (vers 5).

VRAGEN
Je wordt door de kracht van God bewaakt.

  • Denk je wel eens aan deze belofte als je geloof wordt beproefd ?
  • Houd je voor ogen dat de beproeving van je geloof tot lof eer en heerlijkheid kan zijn?

GEBED
Dank U wel voor het vooruitzicht van een erfenis in de hemelen. Dank U dat U mij met kracht bewaakt. Geef mij kracht om staande te blijven als mijn geloof wordt beproefd.

LIED
Sela: Toekomst vol van hoop

Zaterdag 11 september

LEZEN: Jesaja 43:16-21
God belooft: ‘Zie, Ik maak iets nieuws.’

VRAGEN
God heeft Zijn volk bevrijd, Hij maakte een pad door de zee. Nu krijgen we een aansporing om je blik in vertrouwen op diezelfde God van wonderen te houden. Niet in het verleden blijven hangen maar actief wonderen van God verwachten. Zie, Hij maakt iets nieuws.

  • Geloof je dat God nog steeds wonderen doet, ook in jouw leven?
  • Mag Hij iets nieuws maken van jouw hart?

GEBED
Heere, U bent de God van wonderen. U doet nieuwe, onverwachte dingen. Mijn hoop is op U. Wilt U ook voor mij een weg aanleggen in de woestijn, een rivier in de wildernis. Laten mijn ogen en mijn hart open zijn voor de dingen die U doet. Wilt U mijn hart nieuw maken?

LIED
Weerklank 468
1.Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.

2.Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.

3.Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig Licht,
van aangezicht tot aangezicht

Week 2: Gods beloften, bron van gebed

Als ons gebed in overeenstemming is met Gods Woord, dan bid je in overeenstemming met Zijn wil. We kunnen Gods beloften in ons gebed betrekken. Als de storm woedt in je leven en er dingen gebeuren die niet lijken te passen bij wat je van God weet, dan mag je Hem houden aan wat Hij heeft beloofd en daarna vertrouwend wachten. Zo leer je afhankelijkheid in plaats van dat je zelf alles onder controle wilt houden.

We mogen biddend onderweg zijn met Gods beloften en ze afsmeken, want langs die weg worden ze vervuld. Je vertrouwt en pleit dan op wie God is en wat Hij heeft gezegd. Het is dus ook belangrijk dat je Zijn beloften kent. Deze week kijken we naar het gebed van Izak, van Mozes, van Daniël, van Nehemia en van David, de woorden aan Asa en Salomo en wat ons in Mattheus 7 over het gebed beloofd wordt.

Zondag 12 september

LEZEN: Genesis 25:19-26
God beloofde een groot nageslacht.

VRAGEN:
Izak en Rebekka hebben 20 jaar lang gewacht en gebeden om een kind, de vervulling van Gods belofte. Zij hebben niet geprobeerd om zelf de belofte te vervullen zoals Abraham deed. Zij hebben biddend gewacht en de Heere liet zich verbidden.

  • Zou het jou lukken om zo lang aan te houden in gebed?
  • We kunnen wel eens beproefd worden en moeten wel eens lang wachten. Herken je daar iets van?

GEBED
Heere, leer mij te wachten op U. Ook als het wel eens lang duurt. Leer mij ook te accepteren als Uw wegen anders gaan dan ik dacht.

LIED 
Psalm 130
1. Uit diepten van ellenden
Roep ik, met mond en hart,
Tot U, die heil kunt zenden;
HEER, aanschouw mijn smart;
Wil naar mijn smeekstem horen;
Merk op mijn jammerklacht;
Verleen mij gunstig’ oren,
Daar ‘k in mijn druk versmacht.

3. Ik blijf den HEER verwachten;
Mijn ziel wacht ongestoord;
Ik hoop, in al mijn klachten,
Op Zijn onfeilbaar woord;
Mijn ziel, vol angst en zorgen,
Wacht sterker op den HEER,
Dan wachters op den morgen;
Den morgen, ach, wanneer?

Maandag 13 september

LEZEN: Exodus 34:5-11
Gods belofte: Ik ben barmhartig, genadig, geduldig, rijk aan goedertierenheid en trouw. Ik blijf goedertierenheid bewijzen. Ik vergeef ongerechtigheid, overtreding en zonde, maar houd de schuldige niet voor onschuldig en vergeld de ongerechtigheid van de vaders aan de kinderen.

VRAGEN
Het zwervende volk Israël is nog steeds gelegerd aan de voet van de berg Horeb. De Heere beveelt dat het nu tijd wordt om verder te gaan. Zelf zal Hij echter niet meer op dezelfde manier optrekken zoals tot nu toe vanwege het zondigen van Israël. Maar Mozes wijst de Heere op hoe de Heere zichzelf in Zijn geboden en beloften bekend gemaakt heeft. Mozes smeekt hier in zijn gebed om genade, of de Heere ondanks de overtredingen van het volk toch in hun midden wil meetrekken. En weer komt de Heere Zijn volk tegemoet. Hij vernieuwt het verbond op het gebed.

  • Spreek je de Heere ook wel eens aan met de namen waarmee Hij zichzelf bekend gemaakt heeft?
  • Laat je Hem weten dat je zonder Hem niet op kunt trekken naar het beloofde land?

GEBED
Heere, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw. U die rechtvaardig bent. Als ik genade gevonden heb in Uw ogen wilt U dan vandaag in het midden, in mijn hart meegaan. Zeker, ik ben halsstarrig, maar vergeef mijn ongerechtigheid en mijn zonde en wilt U mij aannemen als Uw erfelijk bezit’ (n.a.v. het gebed van Mozes Exodus 34:6 en 9).

LIED
Psalm 6
1. O HEER’, Gij zijt welda – – dig;
Straf mij niet ongenadig
In Uwen toornegloed,
Ai, matig Uw kastijden;
Sla mij met medelijden,
Gelijk een vader doet.

4. Keer eind’lijk, HEER, toch we – der;
Mijn ziel buigt zich terneder,
Ai, red haar van ‘t verderf;
Sla mijn ellende gade,
Tot roem van Uw genade,
En help mij, eer ik sterf.

9. De HEER’ wild’ op mijn ker – men,
Zich over mij ontfermen;
Hij heeft mijn stem verhoord,
De HEER zal, op mijn smeken,
Geen hulp mij doen ontbreken;
Hij houdt getrouw Zijn woord.

Dinsdag 14 september

LEZEN: 2 Kronieken 15:1-6 en 1 Kronieken 28:9
God belooft: Als je Hem zoekt, zal Hij door jou gevonden worden.

VRAGEN
Hier horen we de beloften aan Asa en aan Salomo. De Heere laat zich vinden. Soms lijkt het of Hij zich verborgen houdt en soms is dat ook zo. Toch belooft Hij dat Hij zich laat vinden als we Hem en Zijn wegen oprecht zoeken.

  • Kun jij zeggen dat jij Hem oprecht zoekt met je heel hart?
  • Ervaar je momenten dat Hij zich door jou laat vinden?

GEBED
Heere, dank U wel dat ik mag weten dat U zich laat vinden als ik U oprecht zoek. Maar soms zijn er tijden in mijn leven dat U zo ver weg lijkt. Wilt U mij dan vasthouden. Wilt U hen vasthouden die U kwijt zijn opdat zij U uiteindelijk toch mogen vinden. Wilt U mij vandaag helpen om U in alle dingen oprecht te zoeken.

LIED 
Psalm 27
5. Mijn hart zegt mij, o HEER ,van Uwentwegen:
“Zoek door gebeên met ernst Mijn aangezicht”,
Dat wil, dat zal ik doen; ik zoek den zegen
Alleen bij U, o bron, van troost en licht!
Verberg toch niet Uw oog van mij, o HEER!
Ik ben Uw knecht, zie niet in toorne neer.
Gij waart mijn hulp in al mijn zielsverdriet.
O God mijns heils, begeef, verlaat mij niet.

Woensdag 15 september

LEZEN: Nehemia 1:1-11
Gods belofte: Als u ontrouw bent, zal Ik u overal onder de volken verspreiden. Maar als u zich tot Mij bekeert en Mijn geboden in acht neemt en die houdt, zal Ik u bijeenbrengen.

VRAGEN
Ook bij Nehemia zien we dat hij zich verootmoedigt: hij belijdt de zonden van de Israëlieten en zoekt het aangezicht van de Heere met tranen, bidden en vasten. Hij herinnert de Heere aan de belofte die Hij aan Mozes deed. Hij noemt God de God Die het verbond in acht neemt en goedheid bewijst aan hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen.

  • Nehemia beriep zich op een belofte van God die Hij ooit deed aan Mozes. Waarom denk je dat Nehemia dat kon doen?
  • Geldt dat ook voor ons vandaag ?

GEBED
Heere, U leidt Uw volk door de geschiedenis heen naar Uw doel. Dank U dat ik ook deel mag hebben aan Uw heilsgeschiedenis.

LIED
Psalm 119
25. Mijn hart zegt mij, o HEER ,van Uwentwegen:
“Zoek door gebeên met ernst Mijn aangezicht”,
Dat wil, dat zal ik doen; ik zoek den zegen
Alleen bij U, o bron, van troost en licht!
Verberg toch niet Uw oog van mij, o HEER!
Ik ben Uw knecht, zie niet in toorne neer.
Gij waart mijn hulp in al mijn zielsverdriet.
O God mijns heils, begeef, verlaat mij niet.

Donderdag 16 september

LEZEN: Psalm 91
God belooft Zijn bescherming in gevaren.

VRAGEN 
De Heere wil onze schuilplaats, onze toevlucht zijn. Bij Hem mogen we overnachten tijdens het donker van de nacht. In onze benauwdheid wil Hij bij ons zijn en ons eruit helpen.

  • Is Hij degene naar Wie jij vlucht, bij Wie je schuilt als je in de benauwdheid bent?
  • Vertrouw je dat je bij Hem veilig bent?

GEBED
Heere, dank U wel dat we bij U een schuilplaats hebben en dat we bij U mogen overnachten tegen de gevaren van de nacht. Dank U dat U mij wilt beschutten met Uw vleugels. Dat U mijn toevlucht bent.

LIED
Psalm 91
1. Hij, die op Gods bescherming wacht,
Wordt door den hoogsten Ko – ning
Beveiligd in den duist’ren nacht,
Beschaduwd in Gods wo – ning.
Dies noem ik God, zo goed als groot
Voor hen, die op Hem bouwen,
Mijn burcht, mijn toevlucht in den nood,
Den God van mijn betrouwen.

5. Ik steun op God, mijn toeverlaat,
Dies heb ik niets te vre – zen.
Wie God vertrouwt, die deert geen kwaad;
Uw tent zal veilig we – zen;
Hij zal Zijn engelen gebiên,
Dat z’ u op weg bevrijden;
Gij zult hen, in gevaren, zien
Voor uw behoud’nis strijden.

Vrijdag 17 september

LEZEN: Daniël 9:1-19
God belooft dat Hij zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid. Dat bij Hem gerechtigheid is, barmhartigheid en menigvuldige vergeving, rechtvaardigheid.

VRAGEN
Daniël merkte dat de voorzegde 70 jaar van ballingschap, waarover de profeet Jeremia had gesproken, inmiddels voorbij waren en Juda nog niet verlost was uit Babel. Dan herinnert Hij de Heere aan Zijn beloften. Maar hij doet dat onder belijdenis van zonden, hij bedekt niets maar bidt in de juiste verhouding tot God. Hij grijpt de beloften niet vast als iets waar hij recht op zou hebben, integendeel. Hij roept God en Zijn beloften aan als zijn enige houvast, zijn enige hoop. Hij zoekt in zijn nood niet zichzelf maar de eer van God.

  • Bid jij wel eens zo? Dat je op de grond van Gods beloften gaat staan?
  • Is jouw gebed ook gericht op de eer van God en Zijn koninkrijk?

GEBED
Heere, ik dank U trouw bent aan Uw beloften. Wilt U ons, ondanks ons tegenwerken, leiden door Uw beloften naar Uw toekomst en Uw koninkrijk.

LIED
Psalm 130
3. Ik blijf den HEER verwachten;
Mijn ziel wacht ongestoord;
Ik hoop, in al mijn klachten,
Op Zijn onfeilbaar woord;
Mijn ziel, vol angst en zorgen,
Wacht sterker op den HEER,
Dan wachters op den morgen;
Den morgen, ach, wanneer?

4. Hoopt op den HEER, gij vromen;
Is Israël in nood,
Er zal verlossing komen;
Zijn goedheid is zeer groot.
Hij maakt, op hun gebeden,
Gans Israël eens vrij
Van ongerechtigheden;
Zo doe Hij ook aan mij.

Zaterdag 18 september

LEZEN: Mattheus 6:5-8 en Mattheus 7:7-12
God belooft: ‘Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden’.

VRAGEN
Afgelopen week hebben we gelezen over Gods beloften als bron van gebed. Vandaag zien we dat het gebed een opdracht is die de Heere Jezus Zelf geeft en dat Hij er Zelf ook een belofte aan verbindt.

  • Vertrouw je erop dat de Heere weet wat je werkelijk nodig hebt?
  • Vertrouw je erop dat Hij je bidden vergeldt?

GEBED
Heere, ik geloof Uw belofte dat U het gebed hoort en beantwoordt. Leer mij te vertrouwen en te verwachten.

LIED 
Sela “Een weg naar U”

Week 3: Gods beloften, bron van troost

We krijgen allemaal te maken met pijn en verlies. Ze zijn deel van ons leven. We kunnen verdriet hebben over voor ons onverklaarbaar kwaad, maar we mogen tegelijk vertrouwen op een liefhebbende God.

Want, wij zijn geen speelbal van een verschrikkelijk lot, maar we leven onder Gods almacht. Hij roept tot ons door de ellende, terwijl Hij Zijn reddende hand naar ons uitstrekt. Maar zonder het kruis zouden Zijn beloften loze toezeggingen zijn. De daadkracht van God zit in het kruis en in de opstanding, in Jezus in Wie alle profetieën vervuld zijn. Dan weet je dat een belofte van een woning in de hemel en een Trooster om bij ons te zijn geen lege beloften zijn. Ze zijn vast en zeker.

Deze week lezen we beloften van troost uit de zaligsprekingen, Jezus zendingsopdracht, Jesaja 25, Psalm 147, psalm 37 en 1 Thessalonicenzen 4, en Johannes 14:15-26. Ik wens je een troostvolle week.

Zondag 19 september

LEZEN: Mattheus 5:1-12 ‘De zaligsprekingen’.
God belooft: er is loon in de hemelen.

VRAGEN
De Heere Jezus spreekt over ‘loon in de hemelen’. Hoewel je ook in veel opzichten mag ervaren dat God je al in het aardse leven wil zegenen, belooft Hij ook zegeningen die pas na dit leven zullen volgen: loon voor eeuwig dat niet vergaat. Dit kan een grote bron van troost zijn, ook – of juist – als ons in het aardse alles uit handen lijkt te vallen.

  • In onze samenleving moeten we op alle terreinen van het leven succesvol zijn. Verwachtingen zijn soms grenzeloos. Voor je het weet ga je daar in mee en zijn de verwachtingen die je van jezelf hebt ook te hoog gespannen. Vind jij het ook niet een verademing dat Zijn verwachtingen en regels zo heel anders zijn?

GEBED
Heere, leer mij toch steeds meer over de regels van Uw koninkrijk. Die passen mij veel beter dan de druk van deze wereld. Verander mij en wees de Koning van mijn hart. Laat Uw koninkrijk ook steeds meer in mij komen. Help mij dat ik mij niet richt op de doelen die deze wereld stelt. Dank U dat er loon is in de hemel.

LIED
Sela ‘Magnificat’

Maandag 20 september

LEZEN: Mattheüs 28:16-20
Jezus belooft: Ik ben met u alle dagen.

VRAGEN
Na Zijn opstanding verschijnt de Heere Jezus aan Zijn discipelen. Hij verklaart hen hier nogmaals Zijn macht. Daarna geeft Hij de discipelen de zendingsopdracht: de volken te onderwijzen, te dopen en Zijn geboden te leren. Maar ze kunnen dit niet in eigen kracht. Hij belooft Zijn discipelen: ‘En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld.’

Let eens op de woorden ‘en zie’. Het is alsof de Heere zegt: als je een stap in gehoorzaamheid zet, zul je ontdekken dat Ik er ben op belangrijke keerpunten. In een woord uit de Bijbel, een gesprek, of een samenloop van omstandigheden. De belofte dat Hij met je zal zijn, wordt zichtbaar voor je als je er op let en in vertrouwen Hem volgt.

  • Zie jij dat in je leven, dat Hij met je is?

GEBED
Heere, zend mij naar de plek waar ik moet gaan. Geeft U mij de kracht te doen wat ik moet doen, de woorden om te zeggen wat ik moet zeggen. Geef mij Uw liefde als ik die zelf niet heb. Dank U dat ik mag weten dat U alle dagen met mij bent. Leer mij om dit ook steeds meer te zien.

LIED
Weerklank 445
1. Ik bouw op U, mijn schild en mijn verlosser,
niet eenzaam ga ik op de vijand aan.
Sterk in Uw kracht, gerust in Uw bescherming,
ik bouw op U en ga in Uwe naam.
Sterk in Uw kracht, gerust in Uw bescherming,
ik bouw op U en ga in Uwe naam.

2. Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelen.
En telkens weer moet ik uw kracht verstaan.
Toch rijst in mij een lied van overwinning.
Ik bouw op U en ga in uwe naam.
Toch rijst in mij een lied van overwinning.
Ik bouw op U en ga in uwe naam.

3. Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser,
gij voert de strijd, de huld’ is u gewijd.
In ‘t laatste uur zal ‘k zegevierend ingaan,
in rust met U die mij hebt voortgeleid.
In ‘t laatste uur zal ‘k zegevierend ingaan,
in rust met U die mij hebt voortgeleid.

Dinsdag 21 september

LEZEN: Jesaja 25:6-12
God belooft: Heil op Sion

VRAGEN
God zal de dood voor altijd verslinden, de tranen van alle gezichten afwissen en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde. Wat is dat, smaad? Het zijn aanklachten. Dat je gewezen wordt op datgene waarvoor je je schaamt of waar je verdrietig van wordt. Je zonden, of andere ellende. En vaak moet je zeggen: ja, deze aanklachten zijn terecht. Mensen kunnen je blijvend herinneren aan je schulden, maar ook de duivel kan dat doen. Het kan lijken alsof je er nooit los van zult komen: een erfenis van ellende en verdriet. Hoe troostrijk is dan dit woord. God belooft dat er een einde zal komen aan de smaad en de tranen van Zijn kinderen. Ja, ze zullen ophouden te bestaan.

  • Herken je dat? De smaad, de aanklachten, die je kunt ervaren?
  • Kun jij je dat voorstellen: een bestaan zonder tranen, zonder smaad?

GEBED
Heere Jezus, dank U wel dat U de overwinning hebt behaald, dat U voor ons de dood hebt verslonden, dat U de tranen zult afwassen, de smaad zult wegnemen.

LIED
Psalm 62
5. In God is al mijn heil, mijn eer,
Mijn sterke rots, mijn tegenweer;
God is mijn toevlucht in het lijden.
Vertrouw op Hem, o volk, in smart,
Stort voor Hem uit uw ganse hart:
God is een toevlucht t’ allen tijde.

Woensdag 22 september

LEZEN: Psalm 147
God belooft: Ik zorg voor Mijn volk

VRAGEN
Deze psalm staat vol van werkwoorden die de zorg van de Heere aangeven. Als je ze op je laat inwerken, kom je onder de indruk van Zijn goedheid en Zijn zorg voor ons.

  • Welke werkwoorden lees je in deze psalm die iets zeggen over de zorg van de Heere?
  • Heb je zo weleens gedacht over de Heere, als een God Die op al deze manieren, actief, zorgt?

GEBED
Heere, wat zijn wij gezegend met Uw zorg. Ook Uw bepalingen komen voort uit Uw zorg. Wat is Uw zorg vertroostend.

LIED
Psalm 147
2. Hij heelt gebrokenen van harte,
En Hij verbindt z’ in hunne smarte,
Die, in hun zonden en ellenden,
Tot Hem zich ter genezing wenden.
Hij telt het groot getal der starren,
Die ‘t scherpst gezicht op aard’ verwarren.
Hij roept dat talloos heir te zamen,
En noemt die alle bij haar namen.

3. Zeer groot is onze HEER, vol krachten;
Onpeilbaar diep zijn Gods gedachten,
Daar Zijn verstand, nooit af te meten,
Ver overtreft al wat wij weten.
Zachtmoedigen wil Hij bewaren,
Hij houdt ze staand’ in hun gevaren;
Maar goddelozen doet Hij bukken,
Bezwijken onder d’ ongelukken.

4. Zingt beurtelings, en dankt den HEERE;
Zingt psalmen onzen God ter ere,
Dien God, die, voor het oog der volken,
De heem’len dekt met dikke wolken,
Die d’ aarde kroont met gunst en zegen
En haar besproeit met vruchtb’ren regen,
Die ‘t gras door mild’ en frisse droppen,
Doet groeien op de heuveltoppen.

Donderdag 23 september

LEZEN: Psalm 37
God belooft: gerechtigheid

VRAGEN
De Heere belooft steeds weer dat de goddelozen en de kwaaddoeners vernederd zullen worden. Dat er gerechtigheid zal zijn. Ook dat is troostrijk. Dat wij niet voor ons eigen recht hoeven te zorgen in deze wereld waarin zoveel krom is en onrechtvaardig. De Heere zal dat doen: Hij is onze gerechtigheid.

  • Als jij vernederd wordt en onrechtvaardig wordt behandeld, kun jij dan je recht aan de Heere overlaten?

GEBED
Heere, ik verwacht U. U bent mijn gerechtigheid, en de gerechtigheid van alle rechtvaardigen. Help mij om me steeds weer af te keren van het kwaad en al mijn recht van U te verwachten.

LIED 
Psalm 98:4
Laat al de stromen vrolijk zingen,
De handen klappen naar omhoog;
‘t Gebergte vol van vreugde springen
En hupp’len voor des HEEREN oog:
Hij komt, Hij komt, om d’ aard’ te richten,
De wereld in gerechtigheid;
Al ‘t volk, daar ‘t wreed geweld moet zwichten,
Wordt in rechtmatigheid geleid.

Vrijdag 24 september

LEZEN: 1 Thessalonicenzen 4: 13-18
God belooft voor hen die in Christus zijn dat ze eens voor altijd bij Hem zullen zijn.

VRAGEN
Opgenomen worden in de wolken, altijd bij Hem zijn, zie jij daar naar uit?

GEBED
Heere, eenmaal zal ik U ontmoeten en U van aangezicht tot aangezicht zien. Daar kan ik naar uitzien en die gedachte troost mij. Mag ik ook anderen hiermee troosten.

LIED
Sela ‘Maranatha’

Zaterdag 25 september

LEZEN: Johannes 14:15-26
Jezus belooft dat de Vader een andere Trooster zal geven Die bij ons blijft en in ons zal zijn.

VRAGEN
De Trooster, de Heilige Geest Die de Vader sturen zal, Die zal ons vertroosten en in ons wonen nu de Heere Jezus niet meer op aarde is.

  • Ervaar jij dat je getroost wordt door deze Trooster als je het moeilijk hebt?
  • Merk je dat Hij nabij is?

LIED 
Weerklank 195
Heilige Geest van God,
vul opnieuw mijn hart.
Heilige Geest van God,
vul opnieuw mijn hart.

Vul mij opnieuw,
vul mij opnieuw.
Heilige Geest,
vul opnieuw mijn hart.

Heilige Geest van God,
vul opnieuw mijn hart.
Heilige Geest van God,
vul opnieuw mijn hart.

Vul mij opnieuw,
vul mij opnieuw.
Heilige Geest,
vul opnieuw mijn hart.

Week 4: Gods beloften, bron van vreugde

Voor een christen zijn Gods beloften bron van grote vreugde. Ze tonen ons Zijn leiding en Zijn macht. Wat heeft God al veel van Zijn beloften vervuld. In heel het Oude Testament gingen veel beloften over de komst van de Redder. Hij is gekomen en heeft overwonnen. Ook de beloften voor de toekomst zullen vervuld worden. Dat is zeker, omdat Hij trouw en almachtig is.

Deze week lezen we 2 Samuël 23:1-5, Lucas 1:26-37, Johannes 14:1-13, 1 Johannes 5:9-13, Jesaja 11:1-10, Psalm 119:10-50, Jesaja 65:17-25. Ik wens je een vreugdevolle week.

Zondag 26 september

LEZEN: 2 Samuël 23:1-5
De belofte: Er komt een Heerser over de mensen.

VRAGEN
Op zijn sterfbed spreekt David nog eenmaal. Zelf was hij koning van Israël geweest, met al zijn fouten en tekorten. David mag echter profeteren over een koning die rechtvaardiger is dan hijzelf. Daarin ligt voor David heil en vreugde. Eigenlijk best bijzonder: een koning die er met vreugde naar uitziet dat er een koning zal opstaan die rechtvaardiger is dan hijzelf. Goed beschouwd moet ieder van ons al in het huidige leven van zijn of haar troon komen: de meest rechtvaardige moet heersen, de Rechtvaardigheid Zelf.

  • Ben jij er al, net als David, van overtuigd dat Hij de beste Koning is?
  • Wil jij voor Hem van je eigen troon afkomen?

GEBED
Dank U wel dat U Heere Jezus Degene bent die heerst over de mensen en niet zoals het lijkt de onbetrouwbare, onrechtvaardige leiders van deze wereld. Wat heerlijk dat er niemand machtiger is dan U.

LIED
Psalm 97
1. God heerst als Opperheer;
Dat elk Hem juichend eer’;
Gij, aarde, zee en eiland,
Verheugt u in uw Heiland.
Hem dekt met majesteit
Der wolken donkerheid;
Hij vestigt Zijnen troon
Op heil’ge rijksgeboôn,
Vol recht en wijs beleid.

Maandag 27 september

LEZEN: Lucas 1: 26-37
God belooft dat aan het Koninkrijk van de Heere Jezus geen einde zal komen.

VRAGEN
Koninkrijken komen en koninkrijken gaan. Machthebbers van deze wereld is geen eeuwige macht beschoren. Maar dit is anders voor één koninkrijk, een koninkrijk dat niet van deze aarde is. Dit is het Koninkrijk van de Heere Jezus. Hieraan zal geen einde komen. Nooit.

  • Is dat voor jou ook een grote bron van vreugde, de wetenschap dat onze rechtvaardige Redder nooit zal ophouden te heersen?

GEBED
Als alles onzeker en eindig en donker is om ons heen, dan mag ik zeker weten: Uw koninkrijk is oneindig en oneindig licht.

LIED
Sela ‘Zo is het beloofd’

Dinsdag 28 september

LEZEN: Johannes 14:1-13
Jezus belooft Zijn discipelen: ‘En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden.’

VRAGEN
De discipelen mogen na de opstanding van Jezus tot de Vader bidden in Zijn naam. Betekent dat ook dat God hen alles zal geven? Mogen we dan alles vragen? Ja, maar in Zijn naam bidden betekent ook dat we in Zijn spoor willen gaan, dat we Zijn wil zoeken. God verlangt er naar dat we steeds meer op Zijn Zoon gaan lijken. Alle gebeden in die richting wil Hij verhoren. Hij wil dat je Hem gaat leren kennen. Je mag om wijsheid en inzicht vragen. Zo leer je steeds meer Zijn wil te ontdekken. Zo leer je het echte leven te leiden. Je leert om Hem dagelijks te vragen om alles wat nodig is om in Zijn spoor te gaan: vrijmoedigheid, gelegenheid, de juiste woorden. En zo ontdek je ook dat je op de goede weg bent, want Hij verhoort en heeft je lief omdat je Zijn Zoon liefhebt.

  • Het is ons niet altijd gelijk duidelijk hoe God verhoort. Maar heb je dat toch ervaren, dat Hij geeft wat je bidt in Zijn naam?

GEBED
Heere Jezus, dank U wel voor die zekerheid die U hebt gebracht. Dank U dat we tot de Vader mogen bidden in Uw naam.

LIED
Weerklank 249
1. Zoek eerst het koninkrijk van God, en zijn gerechtigheid.
En dit alles krijgt u bovendien, hallelu haleluja.
Halleluja, halleluja,
halleluja, halelu, halleluja.

3. Bid en u zal gegeven zijn, zoekt en gij zult het zien.
Klopt en de deur zal voor u open gaan, hallelu haleluja.
Halleluja, halleluja,
halleluja, halelu, halleluja.

Woensdag 29 september

LEZEN: 1 Johannes 5:9-13
God belooft ‘Wie de Zoon heeft, heeft het leven’.

VRAGEN
‘Als je maar gezond mag blijven’, weten sommigen je als het allerbeste toe te wensen. Toch is dat niet alles. Lichamelijke gezondheid is tijdelijk, maar er zijn ook eeuwige zaken. Er is een leven dat eeuwig duurt, leven met eeuwigheidswaarde. Ons leven kent ziektes, rimpels, gebreken en is eindig. Zijn leven niet. Dat wil Hij aan ons geven.

  • Realiseer je je hoe groot dat geschenk is van het eeuwige leven dat Hij aan jou wil geven?

GEBED
Heere, wij kunnen U niet genoeg danken voor dat geschenk van het eeuwige leven dat U ons hebt gegeven in Uw Zoon Jezus Christus. Daar kunnen wij met ons verstand niet bij. Hoe groot en hoe mooi dat is. Wij mensen proberen hier op aarde ons aardse leven te verlengen, maar hoe dwaas kan dat streven zijn als wij het eeuwige leven bij U niet op waarde schatten.

LIED
Weerklank 387
4. Reeds nu voel ik de vreugd van eeuwig leven,
een voorsmaak dat mij eenmaal wordt gegeven.
straks na mijn dood volkomen zaligheid.
Een zaligheid door niemand te bedenken,
waarin ik eeuwig God mijn lof zal schenken:
o troost zo groot, die blijft in eeuwigheid.

Donderdag 30 september

LEZEN: Jesaja 11:1-10
God belooft: ‘De aarde zal vol zijn van de kennis van de Heere’.

VRAGEN
Op deze aarde zullen wij nog moeten leven met veel vragen. Niet overal krijgen wij een antwoord op. Dat is soms moeilijk. In Zijn vrederijk zullen er geen kwellende vragen meer zijn, maar rust en vrede. God Zelf zullen we dan volledig kennen.

  • Kun jij accepteren dat wij hier op aarde niet alles zullen begrijpen en kennen?

GEBED
Heere, steeds weer moet ik leren om los te laten en mijn vragen bij U te laten. Help mij mijn beperkingen te aanvaarden en in het vertrouwen te leven dat U alleen weet wat nodig is. Bij U is de kennis en de wijsheid. Dank U dat we mogen uitzien naar het vrederijk dat komt wanneer de aarde vol zal zijn van de kennis van U.

LIED
Weerklank 471
1. Wat de toekomst brengen moge,
mij geleidt des Heren hand,
moedig sla ik dus de ogen,
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen,
Vader wat Gij doet is goed.
Leer mij slechts het heden dragen,
met een rustig, kalme moed.

2. Heer ik wil Uw liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig Hij die durft geloven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij Uw wegen duister,
zie ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al Uw luister,
als ik in Uw hemel kom.

Vrijdag 1 oktober

LEZEN: Psalm 119:10-50
De dichter van Psalm 119 zegt: ‘Uw belofte heeft mij levend gemaakt’.

VRAGEN
De dichter raakt niet uitgepraat over de vreugde die Gods Woord brengt. Gods wet, verordeningen, bepalingen en getuigenissen, bevelen, Zijn paden, wonderen, geboden, het woord van de waarheid. Maar dan ook de beloften van God. Daarover zegt de dichter: die hebben mij levend gemaakt. Het lijkt wat op het spreekwoord: Hoop doet leven. Gods beloften geven vaststaande hoop, en daarom kunnen we weer nieuwe moed vatten. Nieuwe levenskracht. Gods beloften doen leven.

GEBED
Heere, ik zoek U met heel mijn hart. Laat mij van Uw geboden niet afdwalen, want die zijn er voor mijn heil. Ik wil Uw beloften in mijn hart bewaren, want daar kan ik mij aan vast houden. Uw beloften doen mij leven.

LIED
Sela “Vreugde van mijn hart”

Zaterdag 2 oktober

LEZEN: Jesaja 65:17-25
Gods belofte: ‘Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’.

VRAGEN
Kijk nog eens naar de eerste woorden van vers 17, letterlijk staat er: ‘waarlijk zie, Ik scheppende’.  Hij doet het. Hij maakt nieuw. Eens schiep God de hemel en de aarde, en Hij rustte van Zijn werk. Maar Hij zal nogmaals scheppen. Dat zal Hij in de toekomst doen, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, maar Hij wil dat ook nu doen in ons hart.

  • Als God iets nieuws schept, moeten we wel het oude loslaten. Vaak zijn er echter nog veel dingen van het ‘oude’ die we nog willen vasthouden. Herken je dat?
  • Geeft het je vreugde dat God de hemel en de aarde zal vernieuwen, iets nieuws zal scheppen?

GEBED
Dank u wel Heere, U bent de scheppende God die nieuw maakt. Ons hart, maar ook de hemel en de aarde. Daar zie ik naar uit Heere. Er is zoveel verkeerd gegroeid. We hebben zoveel chaos gemaakt. Ook ik. Wij moeten loslaten. Maar dank U wel dat U niet loslaat maar nieuw maakt.

LIED
Weerklank 99
1. Ik zag de hemel nieuw en nieuw de aarde:
de eerste schepping was voorbij gegaan,
er was geen zee – haar dreigen is gedaan,
nu onze God als Heer zich openbaarde.

2. En uit de hemel zag ik nederdalen,
de heil’ge stad, een nieuw Jeruzalem,
getooid zoals een bruid, versierd voor Hem
wiens gramschap brandd’ in zeven gouden schalen.

3. Een luide stem deed van de troon zich horen:
de tent van God daalt tot de mensen neer
en Hij zal bij hen wonen immermeer;
zij zijn het volk dat Hem mag toebehoren.

4. De Here zelf zal al hun tranen drogen,
dood, rouw en moeite hebben afgedaan;
de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
Zij zullen zingende het Lam verhogen.

5. En Hij die op de witte troon zit, zeide:
Zie, Ik maak alle dingen nieuw en rein.
Schrijf deze woorden, die waarachtig zijn:
Het is geschied, uw hart zal zich verblijden.

Als je Zijn beloften in je hart koestert, zijn ze als een rijke schat.