• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 30 juni 2022
  • Tags

Bijbeltijd juli – Jesaja; de heerlijkheid van de Heere

Door: Eunice Hoekman

Week 1 - Heerlijkheid en heiligheid

Jesaja, een Bijbelboek waarin je God in het hart kijkt. Waarin je onder de indruk raakt van Gods heiligheid en heerlijkheid. Van oordeel en van genade. Het woord heerlijk wordt in het dagelijkse spraakgebruik verbonden met bijvoorbeeld een goed smakende taart of gebraden kip. In Jesaja lopen de smaken voortdurend door elkaar. Hij spreekt vaak een hartig woordje tot het volk Israël. Bittere, zure woorden zelfs. Maar na het zure komt het zoet. De heerlijkheid van de Heere zal geopenbaard worden. Die heerlijkheid is een belangrijk thema in het boek Jesaja. Het gaat toe naar de dag waarop de Heere Zijn heerlijkheid zal openbaren die de hele wereld zal vervullen. Vooral in de hoofdstukken 40 tot 55 komt dit thema naar voren. (Week 2 en 3) In week 1 staan we stil bij de heiligheid van de Heere. Want zijn heiligheid is óók zijn heerlijkheid.  

Gods heerlijkheid betekent in de Bijbel onder meer Zijn zichtbare aanwezigheid bij Zijn verbondsvolk. Die was in de woestijn te zien in de wolk en later in de tabernakel en de tempel. Waar God dichtbij komt, beseffen we met schrik onze onwaardigheid. Zelfs de vurige wezens in Jesaja 6 bedekken hun gezicht voor Gods heiligheid (1 juli) Het gevoel van onwaardigheid wordt sterker naarmate het hoofdstuk vordert. Heilig, heilig, heilig, klinkt het. Het huis davert op zijn grondvesten, rook vult de ruimte. Wat is de uitroep van Jesaja goed te begrijpen als hij zegt: “Wee mij, want ik verga!” 

Door de aanraking met een gloeiende kool van het altaar (!) wijkt de misdaad van Jesaja en wordt zijn zonde verzoend. Jesaja ervaart hier wat hij later het volk mag gaan verkondigen: God is zondaars genadig. 

In deze eerste hoofdstukken van Jesaja worden de contouren van Gods heilsplan zichtbaar. Omdat Israël niet in staat blijkt het verbond met God te houden, zal de Knecht van de Heere komen, de Messias. Vanuit Jeruzalem zal het heil naar de volken gaan. De blik gaat zelfs nog verder vooruit (3 juli). De volken zullen op Jeruzalem toestromen om van God onderwijs te ontvangen en in Zijn wegen te gaan. Dan wordt werkelijkheid wat de serafs in Jesaja 6 (1 juli) roepen: ”Heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid. 

Nadat Jesaja met God verzoend is, toont hij zich bereid zich uit te laten zenden. God acht ons een roeping waardig, ondanks onze onwaardigheid. De roeping van echtgenote, leidinggevende, leerkracht of moeder.  Niet om daar zelf eer mee in te leggen. Jesaja zegt niet zo veel over zichzelf. De volle aandacht gaat niet uit naar Jesaja’s persoon, maar naar zijn boodschap: de Heere is verlossing. Lastig? Ja. Schurend? Zeker. Maar ook bevrijdend. Je mag afzien van jezelf. Je hoeft je niet meer druk te maken over wat anderen doen of succesvol vinden. Er komt -zoals een predikant eens zei- een heilig zelfvertrouwen voor in de plaats. Als je leven op God gevestigd is en je werken in God gedaan zijn, geeft dat vrede en vreugde. 

Vrijdag 1 juli

LEZEN: Jesaja 6:1-13  

VRAGEN:

  • Wat zegt dit Bijbelgedeelte over Wie God is en over wat een mens is? 
  • Jesaja noemt zichzelf een man met onreine lippen. Hij had ook kunnen zeggen: een man met een onrein hart, een onreine aard. Waarom zou dat zijn, denk je? 

GEBED:

Heere God, in het licht van Uw heiligheid ontdekken wij onze onheiligheid en verlorenheid. Uw wezen is zo totaal anders dan dat van ons. Des te groter het wonder dat U Uw genade betoont en met Uw heerlijkheid in ons midden wilt zijn en komen. Wilt U ons aanzien in Uw Zoon de Heere Jezus en met het heilig vuur van Uw Geest onze zondigheid en wanstaltigheid wegbranden. Zodat wij nieuwe schepselen van U zullen zijn, Uw eer en onze roeping waardig. Amen. 

LIED: Psalm 51:1

Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebed;
Verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden;
Delg uit mijn schuld, vergeef mijn overtreden:
Uw goedheid wordt noch paal, noch perk gezet.
Ai, was mij wel van ongerechtigheid;
Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden;
Zie mijn berouw, hoor, hoe een boetling pleit,
En reinig mij van al mijn vuile zonden.

Zaterdag 2 juli

LEZEN: Jesaja 1 

Het Bijbelboek begint met een oordeelsboodschap. Hoewel Israël is grootgebracht door de Heere, is het tegen de Heilige van Israël in opstand gekomen. Ze hebben God verlaten. Hun godsdienst is niet meer dan uiterlijk vertoon, want intussen vertrappen zij het recht op de straten. Wezen en weduwen worden aan hun lot overgelaten. Ze proberen zich op een vrome manier af te maken van de zorg voor het zwakke en kwetsbare. Was u, reinig u, zegt God. U moet weer aan uw hoge roeping voldoen. 

VRAGEN:

  • Lees Jakobus 1:22. Wat zegt het jou dat onze godsdienst en kerkdienst niets waard zijn in Gods ogen als we de zwakken intussen aan de kant van de weg laten liggen?  
  • Lees Jakobus 1: 27: ”De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.” De “Heilige van Israël” wordt erkend en geëerd als Zijn kinderen doen wat Hij doet: het kwetsbare beschermen, recht doen. Wie zijn volgens jou de wezen en weduwen van nu? Hoe zou je hen kunnen helpen? 

GEBED:

Heere God, ook voor ons zijn er valkuilen genoeg. We staan soms al snel in de doestand en houden weinig tijd over om Uw Woord te lezen en met U te spreken. Of we zitten trouw in de kerk maar laten de nood van de naaste te weinig tot ons doordringen. Reinig ons van onze schuld zodat we wit zijn als sneeuw. Vervul ons met Uzelf, zodat wij zullen overstromen van liefde voor U en onze medemens. Om Jezus wil en uit genade alleen, amen. 

LIED: Heer, Uw bloed dat reinigt mij

Zondag 3 juli

LEZEN: Jesaja 2: 1-5 

Een heerlijk toekomstvisioen die de hele wereld aangaat, tussen de oordeelsprofetieën in. De heidenvolken zullen toestromen op Jeruzalem omdat zij in de wegen van de Heere willen gaan. Het beeld moet Israël aansporen om zich te bekeren en als uitverkoren volk van God aan hun roeping te voldoen: het verbond met Hem te houden, Hem te gehoorzamen. Het gedeelte eindigt met de oproep: ”Huis van Jakob, kom, laten wij wandelen in het licht van de Heere.” 

VRAGEN:

  • Wat betekent wandelen in het licht? Lees voor een antwoord Jesaja 2: 3 en Jesaja 9:1 
  • Lees Romeinen 11: 17 en 18: Waar waarschuwt Paulus voor? 

GEBED:

Bid vandaag om geloof voor Israël. 

LIED: Psalm 104:17

Ik zal, zolang ik ‘t levenslicht geniet,
Gods mogendheid verheffen in mijn lied.
Ik zal mijn God met lofgezangen eren,
Terwijl ik nog op aarde mag verkeren.
Mijn aandacht zal op Hem gevestigd staan,
En met vermaak Zijn grootheid gadeslaan;
Ik zal mij in den God mijns heils verblijden,
En dag op dag aan Hem mijn psalmen wijden.

Maandag 4 juli

LEZEN: Jesaja 3:16-24 

Op 2 juli lazen we dat de Heere een oordeelsboodschap voor Zijn volk heeft. In hoofdstuk 3 wordt nog duidelijker waarom God een oordeel over Juda zendt. In de verzen 16 tot 24 gaat het specifiek over vrouwen. Er wordt een wee over hen uitgesproken.  

VRAGEN: 

  • Is de ijdelheid waarover het hier gaat herkenbaar? Waarom wel of niet?  
  • Op welke manier verleidt onze cultuur vrouwen tot trots en pronkzucht en jaloezie? Wat is hierin voor jou een valkuil?  

GEBED:

Grote en heerlijke God, bij Uw glorie valt onze ijdeltuiterij in het niet. Wij realiseren ons dat we Uw eer vaak in de weg staan door zelf te willen schitteren en shinen. Vangt u het licht maar, Heere, en mogen wij dan in Uw schaduw wandelen, dichtbij U, achter U aan. Help ons om van Uw liefde te leven, onafhankelijk van mensen, afhankelijk van U. In Jezus’ naam vragen wij U dit. Amen. 

LIED: Psalm 21: 5

Hoe groot en schitt’rend is zijn eer,
Door ‘t heil, aan hem bewezen!
Hoe is zijn roem gerezen!
alvermogend’ Opperheer,
Wat glans, wat majesteit
Hebt Gij dien Vorst bereid!

Dinsdag 5 juli

LEZEN: Jesaja 4 

Op die dag zal de SPRUIT van de HEERE tot een heerlijk sieraad zijn, en de vrucht van de aarde tot trots en luister voor hen in Israël die ontkomen zijn. 

VRAGEN:

  • Mediteer over wat het betekent dat de Messias een heilig sieraad is. Maak associaties met woorden uit de natuur (bijv. stralende Morgenster) of de wereld van edelstenen. 
  • Een sieraad is een schitterend en kostbaar voorwerp dat de aandacht trekt en dat de drager ervan laat glanzen en schitteren. Wat is het verschil met de opsmuk van de vrouwen uit hoofdstuk 3 (voorgaande dag)? 

GEBED/LIED:

Beluister en bid het lied “In de hemel is de Heer” van Christian Verwoerd. 

Woensdag 6 juli

LEZEN: Jesaja 5, het Lied van de wijngaard – een gezongen aanklacht tegen Israël (de inwoners van Jeruzalem en de mannen van Juda). 

VRAGEN:

  • Lees de verzen aandachtig door en vorm je een beeld van de eigenaar. Welk beeld is dat en door welke woorden ontstaat dit beeld?  
  • Wat is er nog meer te doen aan mijn wijngaard, dan wat ik eraan gedaan heb? Vergelijk dit gedeelte met die andere gelijkenis over de wijngaard, Mattheus 21: 33-46. Beantwoordt deze vraag van de Heere in je gebed en geef Hem eer.  

GEBED: zie vraag 2

LIED:

Donderdag 7 juli

LEZEN: Nogmaals Jesaja 6: de roeping van Jesaja. Nadat Jesaja met God verzoend is, toont hij zich bereid zich uit te laten zenden. (Zie ook het laatste gedeelte van de inleiding.) 

Quote:
”Werkelijk Bijbels-nederig is hij die niet zichzelf haat of zichzelf liefheeft, maar zichzelf vergeet.”
 (Tim Keller in “Bevrijd van je zelf”)

GEBED:

Heilige en goede God, vergeef mij dat ik mij in mijn doen en laten zo vaak laat leiden door de mening of waardering van anderen. Ik wil afzien van mijzelf en op U zien, mijn werken in U doen. Mag dat zo zijn door Uw genade en in Jezus naam alleen, amen. 

LIED: Neem mijn leven, laat het, Heer

Week 2 - De heerlijkheid van de Heere: Zijn macht en Zijn zachte kracht

Als je het Bijbelboek Jesaja in drie stukken knipt, vormt hoofdstuk 40 tot 55 het tweede deel van Jesaja. De komende twee weken staan deze hoofdstukken op het leesprogramma. Je kunt deze hoofdstukken samenvatten met de boodschap: De heerlijkheid van de Heere zal geopenbaard worden (40:5); het thema van de Bijbelstudie deze maand.  

Jesaja, of beter gezegd de Heere, spreekt in deze hoofdstukken tot mensen die twee eeuwen (!) later leven, namelijk het volk Israël tijdens de Babylonische ballingschap. Na Jesaja 41 (9 juli), waar God de onmacht van de afgoden aantoont (“U bent minder dan niets!”), klinkt het in vers 1 van hoofdstuk 42: “Zie, Mijn Knecht!” (10 juli) Wend je blik maar af van je afgoden. Want kijk, daar is hij. De Knecht van de Heere, vol van de Geest. Hij zal Zijn volk redden van hun zondeschuld. Hij wil hun harten terugwinnen. (8 juli) Dat is een wonder, als je leest hoe zij met hun ongehoorzaamheid het onheil over zichzelf hebben afgeroepen. Zij wilden in Zijn wegen niet gaan, wij luisterden niet naar zijn wet (Jesaja 42: 24b) Daarom heeft Hij Zijn grimmige toorn over hen uitgestort. 

Hoe bijzonder is de toon van de Heere God in deze hoofdstukken. Hij spreekt intens, smartelijk, bijna dwingend, pleitend, smekend. Vol liefde, ontferming, Zijn Wezen blootleggend. Hij wil hun harten terugwinnen, hen troosten, hun Zijn liefde betonen. Maar de toon is soms ook messcherp, als mensen volharden in zonde, als ze Zijn Godheid en Zijn liefde miskennen. Dat brengt tot schuldbelijden. Tot erkenning van Zijn naam. Tot het uitstrekken van onze handen naar Hem, ons Heil alleen. Dan zeggen we Jesaja 41:4 na: ”Wie heeft dit bewerkt en gedaan? HIJ, Die de generaties riep vanaf het begin! Ik, de Heere, Die de EERSTE ben, en bij de laatsten ben Ik Dezelfde.”  

De verlossing van Israël en de heidenvolken zal uitlopen op Zijn verheerlijking. (10 juli) De Heere zal uittrekken als een Held. Zing voor de Heere een nieuw lied, Zijn lof vanaf het einde der aarde. (42:10) Ook de schepping zelf zal worden verlost als het eind der tijden gekomen is (12 juli). De woestijn zal bloeien als een roos/en de steppe zal jubelen en juichen/Want het levend water van Gods Geest/maakt dorstig land tot waterbronnen. (14 juli) Het water in Jesaja 44 staat symbool voor de Geest van de Heere. Hij geeft Zichzelf, Zijn Geest, Zijn zegen aan het nageslacht, aan de nakomelingen. De uitstorting van de Heilige Geest brengt het verdorde geestelijk leven (weer) tot bloei. 

Vrijdag 8 juli

LEZEN: Jesaja 40 

VRAGEN:

  • In Jesaja 40 blijkt de heerlijkheid van God uit drie dingen: Zijn komst (vers 3, 10), Zijn exclusiviteit (God alleen is de Machtige) en Zijn kracht. Waar vind je deze drie dingen terug in dit hoofdstuk?  
  • Profetie is niet alleen oordeel en oproep tot bekering, maar ook troost. Waar vind je woorden van troost in dit hoofdstuk? 
  • De heerlijkheid van de Heere is een blijk van Zijn nabijheid. Zoals bijvoorbeeld het manna in de woestijn een blijk van Gods nabijheid was. Welke blijken van Gods nabijheid zie je in je eigen leven? 

LIED/LOFPRIJZEN: And the glory of the Lord (vertolking van Jesaja 40:5 in Händels Messiah) 

Zaterdag 9 juli

LEZEN: Jesaja 41 

Wie zijn vertrouwen stelt op afgoden, komt bedrogen uit. Van hen hoef je geen hulp en uitredding te verwachten. Nee, dan de God van Israël, de enige ware God: IK sterk u, IK help u (vers 10) IK help u (vers 13) IK help u (vers 14). 

VRAGEN:

  • God leidt alle gebeurtenissen op aarde, beheerst de wereldgeschiedenis. De Studiebijbel van de HSV zegt bij vers 20: “God handelt in de geschiedenis, in oordeel en in uitredding om zijn eigen eer. Niet alleen wordt de geschiedenis door God beheerst; wie de geschiedenis in het licht van Gods Woord beziet, herkent daarin ook Gods karakter en uiteindelijk zal iedereen dat erkennen.” Wat vertelt de geschiedenis volgens jou over Gods karakter? 
  • Vers 4: ”Wie heeft dit bewerkt en gedaan? HIJ, Die de generaties riep vanaf het begin! Ik, de Heere, Die de EERSTE ben, en bij de laatsten ben Ik Dezelfde.” Zijn trouw rust zelfs op het late nageslacht. Wat betekent dat in jouw persoonlijke (gezins)situatie? 

GEBED:

Trouwe God en Vader, help mij om mij aan Uw besturende en leidende hand toe te vertrouwen, in te zien dat U regeert, U te erkennen en te eren als Heer. Dank U dat Uw trouw zelfs rust op het late nageslacht. Zelfs als wij dat (nog) niet ervaren, klampen wij ons vast aan Uw belofte dat U bij de laatsten Dezelfde zult zijn. Werkt U genadig in de harten van degenen die ons lief zijn en in de harten van wie U nog niet kennen. Geef dat ook voor ons waar zal zijn wat U zegt in Uw Woord (vers 16b): Maar u zult zich verheugen in de Heere. Ik, de Heere, zal hen verhoren. Ik, de God van Israël, zal hen niet verlaten.” In Jezus’ naam, amen. 

ZINGEN: Psalm 103: 9

Maar ‘s HEEREN gunst zal over die Hem vrezen,
In eeuwigheid altoos dezelfde wezen;
Zijn trouw rust zelfs op ‘t late nageslacht,
Dat zijn verbond niet trouweloos wil schenden,
Noch van Zijn wet afkerig d’ oren wenden,
Maar die, naar eis van Gods verbond, betracht.

Zondag 10 juli

LEZEN: Jesaja 42 

Na Jesaja 41, waar het failliet van de afgoden afdoende is aangetoond (“U bent minder dan niets!”), klinkt het in vers 1 van hoofdstuk 42: “Zie, Mijn Knecht!” Wend je blik maar af van je afgoden. Want kijk, daar is hij. De Knecht van de Heere, vol van de Geest.  

VRAGEN:

  • Waar zie je in dit hoofdstuk dat de Heere Zijn heil (al) naar de heidenen laat uitgaan? Wat vind je daarvan? 
  • Lees vers 1-7. Wie is Die Verlosser? Hoe is Zijn karakter?  

GEBED:

Heere God, wij danken U voor Uw zachtmoedige Zoon, de Messias. Hij beschermt de zwakken en geknakten. Wat is Hij goed. U kwam niet om voor eens en voor altijd af te rekenen. U kwam om te behouden wie op Uw naam vertrouwen. Wij voegen ons in het koor van de volken die een nieuw lied voor U zingen, om U eer te geven. Amen. 

ZINGEN:

Maandag 11 juli

LEZEN:
Jesaja 43:1-7 of 1-15 

VRAGEN:

  • De innige liefde waarmee God over Zijn volk spreekt, maakt jaloers. Bij het lezen van de woorden die speciaal tot Israël zijn gericht, kan de vraag opkomen: Mag ik erop vertrouwen dat wat God hier zegt, ook voor mij (een christen uit de heidenen) geldt? Herken jij deze vraag?  
  • Lees hoofdstuk 42: 6 en hoofdstuk 43:10. Hoe blijkt uit deze Bijbelteksten dat Gods genade niet alleen voor Israël, maar ook voor de heidenen is? Waar doen de eerste woorden van vers 10 je aan denken? 

De Studiebijbel Online zegt hierover: Net als Israël krijgen Jezus’ volgelingen tot taak in de wereld bekend te maken dat er slechts één God is die waarlijk verlossing brengt: JHWH, de God van Israël, die zich geopenbaard heeft in zijn zoon Jezus Christus.” Israël noch de christenen uit de heidenen worden gered door afkomst of reputatie. Het is Gods genade die redt. Jezus. 

GEBED:

Bid om een gelovig hart, juist als geloof ontbreekt of als je twijfelt. De Engelse theoloog Martyn Lloyd-Jones schrijft: ”Verwacht van God een antwoord op het gebed. God kan op verschillende manieren antwoorden. Door ons bijzonder licht te geven op een Bijbelgedeelte dat we lezen. Hij kan ook tot onze zielen spreken. Soms antwoordt God op ons gebed door bijzondere daden. (…) Nadat ik mijn probleem aan God heb overgegeven, moet en mag ik verwachten dat God antwoordt. Zie uit naar een antwoord van God en wacht erop. (…) We onteren God door dat niet te doen. De mate van ons geloof blijkt uit onze houding en ons gedrag na ons bidden.” 

ZINGEN:  

Dinsdag 12 juli

LEZEN: Jesaja 43: 16-21 

De exodus uit Egypte en de exodus uit Babel staan model voor de verlossing van de hele schepping. Jesaja 43 roept (net als 41) beelden op van een herschepping. God belooft dat Hij Zijn volk uit de ballingschap zal verlossen zoals hij Israël vrijmaakte van de Egyptenaren. Woestijn en wildernis veranderen in een vruchtbare vlakte doordat er water doorheen gaat stromen waarmee het volk van God zijn dorst kan lessen na jaren van oordeel een toorn. 

VRAGEN:

  • Bekijk op YouTube een filmpje waarin de groei van een plant versneld wordt afgespeeld. Dat leidt tot wonderbaarlijke taferelen. Ook in Jesaja 43 (vers 19) kiemt er iets nieuws. Je ziet het groen de grond uitspruiten. God geeft water in de woestijn.  
  • Jesaja 43: 19 en 20 (en eerder al in hoofdstuk 41) schetsen een situatie waarbij alle menselijke hulpbronnen uitgeput zijn. Wat herken je daarvan in 2022? 
  • Romeinen 8: 21 zegt dat ook de schepping zelf bevrijd zal worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid (!) van de kinderen van God. Er ontstaat een nieuw paradijs, een verrukkelijke en weelderige tuin waarin Jezus de Bron is en de wind van de Geest door de bladeren speelt. Dan zal de hele schepping Zijn lof vertellen (Jesaja 43:21) Roept het toekomstbeeld van deze tuin een verlangen in je wakker? 

GEBED:

God van Israël, U bent Heer. Buiten U is er geen Heiland, geen Schepper, geen Verlosser, geen leven. Jezus, wij verhogen U. Wij erkennen u als Heer. Wees voor eeuwig onze Bron. Amen. 

ZINGEN: Psalm 107: 17 en 18

17. Nu stelt God waterbeken
Tot bar en dorstig land,
Herschept in dorre streken
Rivieren door Zijn hand;
Hij stelt een vruchtbaar oord
Tot woest’ en zoute gronden;
En straft ze naar Zijn woord,
Die daar Zijn wetten schonden.

18. Dan maakt Hij weer woestijnen,
Zeer rijk van vruchtbaar nat;
Daar ‘t land, dat eerst moet kwijnen,
Nu beek bij beek bevat,
En hongerigen voedt,
Die nu de weeld’ aanschouwen;
Zodat zij daar met spoed
Een stad ter woning bouwen.

Woensdag 13 juli

LEZEN: Jesaja 43: 22-28  

Gisteren eindigde goed. Vers 21: “Dit volk heb Ik Mij geformeerd. Zij zullen Mijn lof vertellen.” Maar in vers 22 volgt er een wending. In plaats van Gods lof te vertellen, heeft Zijn volk Hem verlaten. God somt zijn grieven op. (Vers 22, 23 en24) 

VRAGEN:

  • De HSV-Studiebijbel verklaart: “Israël verrichtte zijn eredienst met de heimelijke bedoeling God te ontwijken i.p.v. Hem te ontmoeten.” Dat kan dus: je godsdienstige plichten vervullen met de bedoeling de Heere te ontwijken. Het volk was onverschillig en lusteloos. Je kunt twee keer naar de kerk gaan en intussen met je hart God willen ontwijken. Je kunt stille tijd houden en jezelf erop betrappen dat je blij bent als je de Bijbel dichtslaat. Ook weer afgevinkt. Je bespeurt lusteloosheid. Onwil. Hoe sta je ten diepste tegenover God? 

GEBED:

Genadige Vader, in de spiegel van deze Bijbelwoorden zien wij onszelf bezig. Halfhartig. Vastzittend aan gemak en luxe. Onverschillig of lusteloos. Schep in ons een rein hart en een standvastige geest. U bent het immers die onze overtredingen uitdelgt, omwille van Uzelf? En aan onze zonden denkt U niet meer. Dank U voor Uw oneindige goedheid. In Jezus’ naam, amen. 

ZINGEN: Psalm 107:1

Looft, looft den HEER gestadig;
Die Oppermajesteit
Is gunstrijk, zeer genadig,
En goed in eeuwigheid.
Dit zegg’ elk, die, gered
Door Hem van slaafse banden,
In vrijheid is gezet
Uit ‘s weêrpartijders handen.

Donderdag 14 juli

LEZEN Jesaja 44:1-5 

De afwisseling van zonde en genade in deze hoofdstukken herinneren aan ons dagelijks vallen en opstaan. Elke dag opnieuw is er vergeving nodig. Om moedeloos van te worden. Goddank is er een ”maar” (vers 1). 

  • De Bijbelstudie van gisteren eindigde met een schuldbelijdenis. Vormen de verzen 1-5 een antwoord daarop en zo ja, op welke manier? 
  • Welke parallel zie je met de doop? 
  • Vind jij dat je vers 5 mag toepassen op christenen uit de heidenen? Waarom wel of niet? 

GEBED:

Bid vandaag om de Heilige Geest en om geestelijk herstel. Bid ook om de vervulling van Gods beloften aan Israël. 

ZINGEN: Psalm 87: 4

God zal ze Zelf bevestigen en schragen,
En op Zijn rol, waar Hij de volken schrijft,
Hen tellen, als in Isrel ingelijfd,
En doen den naam van Sions kind’ren dragen.

Week 3 - De heerlijkheid van de Heere - Zijn heerschappij en nabijheid

De Bijbelstudie gaat verder bij waar we vorige week gebleven zijn: Jesaja 44. Ook in dit hoofdstuk benadrukt de Heere weer Zijn enig-God zijn. Hij is de enige, ware God. Je hoort er de geloofsbelijdenis van Israël in terug: Hoor Israël, want de Heere onze God is één. Zijn exclusiviteit vormt Zijn heerlijkheid. 

Wie aandachtig leest, ziet in hoofdstuk 45 (16 juli) iets van een drietrapsraket. De focus ligt eerst op één man, namelijk de heidense vorst Kores. Hij zal de macht van Israëls Verbondsgod erkennen. Daarna richt de kijker zich op de verlossing van het volk Israël en tenslotte op de verlossing van alle volken. 

De Heere schakelt de heidense koning Kores (de latere koning Cyrus van Perzië) in om Zijn volk te verlossen. Kores zal Babel bevrijden en de Joden terug laten keren naar Jeruzalem. Dit gebeurt allemaal ter wille van Israël, Zijn uitverkoren volk. Kores is een pion op het schaakbord van God. De Heere maakt in dit gedeelde meer dan duidelijk dat Hij alleen de touwtjes handen heeft. Als hij vooropgaat moet het ene wereldrijk wijken voor het volgende. Dan breekt Hij bronzen deuren open en ijzeren grendels stuk. Licht en duisternis zet Hij naar Zijn hand. Hij maakt vrede en schept onheil. 

De hoofdstukken van deze week vormen een indringend pleidooi om de macht en heerschappij van God te erkennen en je te voegen bij Zijn verbondsvolk Israël. Vers 22 is een rechtstreekse oproep daartoe. “Wend u tot Mij, word behouden, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand anders.” Je kunt je vertrouwen stellen op heel veel dingen -zeker als je in een luxepositie verkeert, zoals christenen in het Westen-, maar als je van hen (de afgoden) je hulp verwacht, blijft het stil. Sterker, afgoden dienen is een zware last (18 juli). 

Kores is een middel in Gods hand om Israël te verlossen. Israël zit op de voorste rij. Maar daarachter zitten de heidenen. Zij delen in Israëls verlossing. De hele wereld moet horen dat God niet veranderd is en Zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis. Uiteindelijk gaat het om de Heere, Die de verlossing van alle volken op het oog heeft en bij Jood en heiden wil wonen. Wees stil en weet dat Ik God ben.

Vrijdag 15 juli

LEZEN: Jesaja 44:6-28 

VRAGEN:

  • In onze post-christelijke samenleving is het niet meer vanzelfsprekend om in het bestaan van een God te geloven. Heeft dat invloed op jou en zo ja, op welke manier?
  • Op welke manier bevestigt dit Bijbelgedeelte je in het tegendeel? 

GEBED:

Pas in je gebed vers 8 toe op je eigen leven en geef God Zijn eigen woorden maar terug. Bijvoorbeeld: ”Heere, ik zal niet angstig zijn en niet bevreesd. Heeft U niet voor mij gezorgd vanaf het moment dat ik op mijn moeders buik werd gelegd? Heeft U gedurende mijn leven niet laten zien dat U betrouwbaar bent? Heere, het is waar: wie op U vertrouwt, zal nooit beschaamd uitkomen. Zelfs als de grond onder mijn voeten dreigt weg te zakken, als mijn knieën knikken, blijft U mijn fundament, de Rots onder mijn bestaan. Onwankelbaar en onveranderlijk. U bent mijn toevlucht en mijn Rots, Mijn God, op Wie ik vertrouw. Daarom zal ik Uw goede daden vertellen en Uw heerlijke Naam bezingen, nu en voor altijd.” 

ZINGEN: Wie is God behalve onze Heer?

Zaterdag 16 juli

LEZEN: Jesaja 45 

VRAGEN:

  • Leg vers 7 en vers 9-11 naast elkaar. Bedenk eerst wat het voor jou betekent dat de Heere zowel vrede maakt als onheil aanricht. Vind je dat verontrustend of bemoedigend? In vers 9 tot 11 lees je hoe de Heere reageert op het feit dat Israël Hem ter verantwoording roept en verwijten maakt. Verandert dat iets aan de gedachten die je had bij vers 7? 

GEBED:

Trouwe en almachtige God, als wij de grip op ons eigen leven en op het wereldgebeuren verliezen, vertrouwen wij op Uw besturing en leiding. Er zijn in deze wereld maar weinig leiders op wie wij kunnen bouwen. Maar wie op U vertrouwen, zullen niet beschaamd worden. Wij loven en danken U daarvoor. Amen. 

LIED: psalm 146: 3

Zalig hij, die in dit leven
Jacobs God ter hulpe heeft;
Hij, die door den nood gedreven,
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop, in ‘t hachlijkst lot,
Vestigt op den HEER, zijn God.

Zondag 17 juli

LEZEN: Jesaja 45:14-25 

VRAGEN: 

  • “Voorwaar, U bent een God Die Zich verborgen houdt”, zeggen de volken in vers 15. Daarmee wordt bedoeld dat Hij op heel andere wijze handelt dan zij hadden verwacht. Is er een moment in je leven geweest waarop je dezelfde conclusie trok?  
  • Hoe openbaart de Heere zich vanaf vers 17 tot het einde? Waarom is Hij geloofwaardig?  

GEBED:

Heere, wij kunnen niet anders dan U te voet vallen. Hoe zouden wij Uw liefdevolle roep “Wend u tot Mij” kunnen negeren? Vergeef dat er van ons zo weinig te verwachten valt. Dat U ons op sleeptouw moet nemen omdat we anders niet volgen. U bent God. Een andere Rotssteen kennen wij niet. Hoor ons om Jezus’ wil alleen. Amen. 

ZINGEN: Psalm 18 – voorzang

Nu zal mijn ziel, nu zullen al mijn zinnen,
O God, mijn sterkt’, U hartelijk beminnen.
Mijn steenrots, burcht en helper is de HEER,
Mijn God, mijn rots, mijn zaligheid, mijn eer.

Maandag 18 juli

LEZEN: Jesaja 46 

Jesaja beschrijft hoe de stomme afgoden van Babel in het stof moeten bijten voor de God van Israël, de Heere. Uit de eerste verzen van hoofdstuk 46 voel je bijna lijfelijk de vermoeidheid die mensen overmeestert als zij zich uitsloven voor de afgodsbeelden. Een afgod is letterlijk loodzwaar om te dragen.  Maar roept iemand tot hem, hij antwoordt niet, hij verlost hem niet uit zijn benauwdheid. 

VRAGEN:

  • Welke ‘last’ of ‘zware bepakking’ neem je telkens weer op je (met andere woorden: voor welke verleiding bezwijk je telkens weer, ook al is zij zwaar om te dragen en maakt zij je onrustig en druk?  
  • Prachtig komt in dit hoofdstuk naar voren dat de Heere, in tegenstelling tot de nepgoden die zich laten dragen, Zelf draagt (vers 3 en 4). In de grondtaal gaat het over optillen of opnemen en over torsen. Dat doet denken aan een kind dat op de schouders wordt genomen tijdens een lange wandeling. De Heere draagt van de moederschoot tot aan de grijze ouderdom. Hij spoort aan om het van Hem te verwachten. Mediteer over deze teksten. 

GEBED:

Heere God, soms is wat wij lezen te hoog en te wonderbaar voor ons. We begrijpen met ons nietige verstand en zondige hart zo weinig van U. U noemt Uw volk en ons erbij niet voor niets overtreders (vers 8). Weerspannigen. We zijn zwak van moed en klein van krachten. Maar wij klampen ons vast aan U Die ons draagt. Help ons in U geloven, op U vertrouwen. Van jongs af aan en tot aan het einde van onze krachten. Dank U voor het gestand doen van Uw beloften. Amen. 

ZINGEN: Psalm 103: 7

Geen vader sloeg met groter mededogen
Op teder kroost ooit zijn ontfermend’ ogen,
Dan Isrels HEER op ieder, die Hem vreest;
Hij weet, wat van Zijn maaksel zij te wachten,
Hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten,
En dat wij stof, van jongs af, zijn geweest.

Dinsdag 19 juli

LEZEN: Jesaja 46: 8-13 

Hoe vaak heeft God inmiddels niet gezegd dat Zijn volk op Hem moet vertrouwen? Hij wordt niet moe dat te herhalen. “Denk eraan en wees flink; Ik ben God en er is er geen als Ik.” Voor elke dag is er een nieuwe bemoediging.  

In vers 13 komt het thema van deze maand (“heerlijkheid”) weer naar voren. Aan Israël zal Hij Zijn luister tonen, dat is Zijn heilige tegenwoordigheid. 

VRAAG/GEBED:
– Leg voor de Heere neer waarom jij vandaag Zijn bemoediging nodig hebt en dank Hem voor Zijn heilige tegenwoordigheid.

LIED:

Woensdag 20 juli

De komende twee dagen maken we een uitstapje naar een ander Bijbelboek om nog wat langer stil te staan bij de heerlijkheid van de Heere. 

LEZEN: 2 kronieken 7 vers 1-3

VRAGEN:

  • De priesters moeten zich uit de voeten maken als de heerlijkheid -Zijn heilige tegenwoordigheid- van de Heere de tempel vervult. In Exodus 40 staat hetzelfde geschreven over Mozes. Ook lees je dat de Israëlieten de goedheid van de Heere loven. Naast vrees en ontzag is er dus blijdschap, dankbaarheid en liefde. Welke (emotionele) reactie maakt dit gedeelte bij je los?  

GEBED:

Heere God, wat is het een wonder dat U woning maakt bij zondige mensen, dat U zelfs Uw intrek neemt in hun hart. U zegt Zelf: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.” 

Dank U Heere. Ik heb U lief. Laat mij in U blijven, groeien en bloeien. Om Jezus’ wil alleen. Amen. 

LIED: Hier in Uw heiligdom

Donderdag 21 juli

LEZEN: 1 Samuel 4: 12-22 

VRAGEN:

  • De eer is weggevoerd uit Israël. De Heere verlaat de tabernakel. Hij verlaat Zijn volk. Denk je dat God zich ook uit Nederland en uit de kerken kan terugtrekken? 
  • Wil je hier meer over weten? Lees dan wat John Piper antwoordt op de vraag: Als God mij nooit verlaat, waarom trekt Hij zich dan terug?

GEBED/LIED:

‘Herinner’ de Heere aan Zijn eigen woorden in psalm 105:5. 

God zal Zijn waarheid nimmer krenken,
Maar eeuwig Zijn verbond gedenken.
Zijn woord wordt altoos trouw volbracht,
Tot in het duizendste geslacht.
‘t Verbond met Abraham, Zijn vrind,
Bevestigt Hij van kind tot kind.

Week 4 - Heerlijkheid – de Knecht van de Heere

Wat is Gods heerlijkheid? Op de website van de George Whitefield stichting (die inmiddels is opgeheven) staat dat Gods heerlijkheid letterlijk alles omvat wat Hij is en doet. Heerlijkheid is zo onlosmakelijk met Gods wezen verbonden, dat Hij zonder heerlijkheid niet God kan zijn. De heerlijkheid van God wijst op Zijn majesteit en volmaaktheid, Zijn gerechtigheid, Zijn zichtbare grootheid en prijzenswaardigheid, maar ook op de lofprijzing en aanbidding waarmee mensen op Gods heerlijkheid reageren (verheerlijken). Nog een omschrijving van Gods heerlijkheid (John Piper): “De schoonheid van Zijn veelvoudige voortreffelijkheden, de werkelijkheid van Zijn oneindige grootheid en waardigheid.” 

Duizelingwekkend allemaal. Te hoog, te verheven, te heilig. Maar Jezus bracht God dichtbij. Jezus liep tussen de mensen, liet Zich aanraken, was Zelf mens. Ontzagwekkend. Hij bracht ook de heerlijkheid van God dichtbij. In Hebreeën 1 staat dat Jezus “de afstraling van Gods heerlijkheid en de afdruk van Zijn Wezen” is. 

Hoe wordt Gods heerlijkheid zichtbaar in Jezus? Met uiterlijke schoonheid heeft Jezus’ heerlijkheid niet van doen. Gestalte of glorie had Hij niet; als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben. (Jesaja 53: 2) De Messias lijkt niet op een Vorst. Integendeel.  

In deze laatste week van de maand gaat het over de Knecht van de Heere. Hij komt naar voren in Jesaja 49, 50, 52 en 53. In Jesaja 49 vers 3 staat: “Hij heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Knecht, Israël, in Wie Ik Mij zal verheerlijken. Op welke manier verheerlijkt Hij Zijn Vader, en hoe verheerlijkt God Zijn Zoon? 

  • Jesaja 49: Mensen verachten Hem, maar God verheerlijkt Hem (22 juli) 
  • Jesaja 50: Om Zijn onschuld is Jezus gerechtvaardigd voor God (24 juli) 
  • Jesaja 52: Door lijden tot heerlijkheid (27 juli) 

 De laatste hoofdstukken van Jesaja (28 tot 31 juli) vormen een hoogtepunt. Ze gaan over de grote ontferming en liefde van de Heere voor Zijn kinderen, over de verheerlijking van Israël, de heidenvolken en van God Zelf. Over de ondergang van wie Hem de rug toekeren, spreekt God ook duidelijke taal. De keuze is helder: Met God is er leven, zonder God de dood.

Vrijdag 22 juli

LEZEN: Jesaja 49: 1-13 

VRAGEN:

  • Wat was reden voor de Heere om de Knecht Zijn roeping te geven? 
  • Welk doel houdt de Knecht van de Heere voor ogen bij het uitvoeren van Zijn taak? 
  • Sta erbij stil dat de Heere al van eeuwigheid af wist dat Zijn Zoon veracht zou worden. Jesaja voorzegt dat hier, onder meer in vers 7. 

GEBED:

Heere Jezus, als wij lezen hoe mensen met afschuw reageerden op Uw komst, als wij deze verachting bemerken in ons eigen hart, kunnen wij alleen maar op onze knieën vallen, onze onwil en weerstand belijden en U smeken om genade. Verwonderd zijn wij, omdat U zich desondanks over ons ontfermt, ons leidt en troost. Wij verhogen Uw Naam, Koning Jezus. Verhoog Uw Naam ook onder Uw eigen volk Israël. Red haar tot eer van Uw Naam. Uit genade, amen. 

LIED: Wij verhogen Uw Naam

Zaterdag 23 juli

LEZEN: Jesaja 49: 13-26 

VRAGEN:

  • Vers 13 staat in groot contrast met vers 14. Hemel en aarde breken uit in gejuich, maar Gods eigen kinderen treuren omdat zij denken dat God hen verlaten heeft. Herken je deze dubbelheid in je eigen geloofsleven, dat je soms niet verder kunt kijken dan de zichtbare werkelijkheid?  
  • Wat zegt de Heere in reactie op deze somberheid (vers 15 en 16)? 

GEBED:

Bid of God Zijn beloften uit vers 15 en 16 bevestigt en waarmaakt in jouw leven. 

LIED: Psalm 111:5

‘t Is trouw, al wat Hij ooit beval;
Het staat op recht en waarheid pal,
Als op onwrikb’re steunpilaren;
Hij is het, die verlossing zond
Aan al Zijn volk; Hij zal ‘t verbond
Met hen in eeuwigheid bewaren.

Zondag 24 juli

LEZEN: Jesaja 50: 1-11 

VRAGEN:

  • In vers 4 is de Knecht van de Heere een voorbeeld van toewijding aan God. Wat betekent dit voorbeeld van Jezus voor jouw stille tijd? 
  • Uit welke teksten in dit hoofdstuk blijkt dat Gods Knecht onschuldig is? 
  • In vers 10 en 11 zijn twee verschillende reacties getekend op de vraag: Wie is er onder u die de Heere vreest? Vertrouwen op God (vers 10b) of steunen op eigen wijsheid (vers 11). Lees Spreuken 3: 5-7. Kun je een concrete situatie bedenken waarin je voor deze keuze stond/staat? 

GEBED:

Help mij vertrouwen op de Naam van de Heere en steunen op U, mijn God, als ik in duisternis ga en geen licht heb. Help mij naar Uw stem te luisteren, zoals die tot mij komt door Uw Woord. U bent mijn gehoorzaamheid zo waard, Heere. Doe mij het voorbeeld van Jezus volgen, in Zijn Naam, amen. 

LIED: Psalm 27:1

God is mijn licht, mijn heil; wien zou ik vrezen?
Hij is de HEER, die hulp verschaft in nood;
Mijn levenskracht; ‘k heb niet vervaard te wezen:
Hij is’t ,die mij beveiligt voor den dood.
Wanneer de macht der bozen sloeg aan ‘t woên,
En aanrukt’, om zich met mijn vlees te voên.
Stiet zelf dit rot, dat mij benauwt en haat,
Den voet, en viel; omdat het God verlaat.

Maandag 25 juli

LEZEN: Jesaja 51: 1-8 

VRAGEN:

  • Dit tekstgedeelte bevat volgens de HSV-Studiebijbel drie aansporingen om naar de stem van de Knecht van de Heere te luisteren. Vrij vertaald: 
  1. Luister naar Mij, u die de gerechtigheid najaagt, u die de Heere zoekt. Kijk naar waar je vandaan komt, naar de oorsprong van je leven. Ik heb je geschapen. Ik werk door de geslachten heen. Bij de doop liet Ik zien dat je bij Mij hoort en je daarom wil reinigen en vernieuwen. Ik heb je altijd gezegend en geholpen.  
  2. Let erop hoe mijn heil door de wereld gaat. Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn Woord blijft voor eeuwig bestaan.
  3. Wie in Mij gelooft, zal het moeilijk krijgen in deze wereld. Maar wees niet bang voor wat mensen u aan kunnen doen. Het goede werk dat ik in hen begonnen ben, zal ik voltooien tot op de dag van Jezus’ wederkomst. 
  • Op welke manier bemoedigen deze aansporingen jou? 
  • Deze aansporingen zijn nadrukkelijk gericht op gelovigen. Tegelijk zitten er elementen in die je kunnen helpen bij het voeren van een missionair gesprek: 
  1. Alle mensen zijn door God geschapen en behoren Hem toe. Het kan lastig zijn om je eigen zondigheid te zien en te erkennen, maar onze grootste zonde is dat we ons afkeren van Hem Die ons gemaakt heeft.
  2. Oorlogen en besmettelijke ziekten zorgen voor vragen in onze samenleving. Ook buiten de kerk. De Bijbel heeft deze tekenen voorzegd. Maar wie God vreest, zal om Jezus’ wil gered worden. Zelfs door het oordeel heen.
  3. In het groot en in het klein is te zien dat er machten werkzaam zijn in deze wereld. Goede machten en kwade machten. De tegenstander van God manifesteert zich. Wie Gods eigendom is, weet dat Hij de wereld overwonnen heeft. Jezus leeft en wij met Hem. 
  • Vind jij het moeilijk om in een missionair gesprek over zonde te spreken? Waarom? 

GEBED:

Maar nu, HEERE, U bent onze Vader! Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker: wij zijn allen het werk van Uw handen. (Jesaja 64:8) Neem ons leven en laat het toegewijd zijn aan Uw eer. Amen. 

LIED: Het Woord van onze God

Dinsdag 26 juli

LEZEN: Jesaja 52: 1-12 

In vers 6 staat: Daarom zal Mijn volk Mijn Naam kennen; daarom, op die dag, zal het weten dat Ik het Zelf ben Die spreekt: Zie, hier ben Ik. Mensen horen alleen over Christus wanneer God iemand stuurt om de boodschap van verlossing te verkondigen. Het horen en geloven van het Evangelie zijn de enige manier om behouden te worden.  

De wachters in vers 8 horen dat de Koning terugkeert en barsten uit in gejuich. 

VRAGEN:

  • Denk na over de volgende stelling: Als je de boodschapper (vers 7) van het Evangelie niet hoort, dreig je de komst van de Koning (vers 8) te missen.  

GEBED:

Dank en bid voor de predikant die je ’s zondags het Evangelie verkondigt. 

LIED:
How beautiful are the feet, uit de Messiah van G.F. Händel.

How beautiful are the feet
Of them that preach
The gospel of peace
How beautiful are the feet
How beautiful are the feet
Of them that preach
The gospel of peace
How beautiful are the feet
Of them that preach
The gospel of peace
And bring glad tidings
And bring glad tidings
Glad tidings of good things
And bring glad tidings
Glad tidings of good things
And bring glad tidings
Glad tidings of good things
Glad tidings of good things

Woensdag 27 juli

LEZEN: Jesaja 52:13 tot en met hoofdstuk 53 

Vanaf vers 13 begint de vierde en laatste profetie over de Knecht van de Heere. Hier wordt voor het eerst duidelijk hoe het kan dat de Heilige van Israël zijn volk zegent, ook al is het ongehoorzaam, koppig en ontrouw geweest Gods lijdende Knecht delgt met Zijn offer de schuld voor God uit. 

VRAGEN:

Door lijden tot heerlijkheid. Voor ons -met eerbied gesproken- bekende kost. Maar probeer je in te denken hoe ongekend en tegen alle ideeën over verlossing in dit heilsevangelie was en is. Omdat mensen nooit hun schuld kunnen inlossen, doet God dat Zelf. Nota bene door verachting en diep lijden heen. De omgekeerde wereld. Een Koning die voor de inwoners van zijn Koninkrijk sterft. Wat zou het publiek van Jesaja begrepen hebben van de profetie over de Man van smarten? God ontrolt door de eeuwen heen steeds een stukje heilsgeschiedenis. Wij leven ongeveer 2700 jaar later. Wat is ons al veel geopenbaard.  

  • Het lijden van deze Knecht laat zien hoe diep de zonde tegen God gaat en hoe groot de gevolgen daarvan zijn. Kan een mens zijn eigen zondigheid en verlorenheid voldoende doorzien, denk je? Is dat volgens jou van belang?  
  • In het evangelisatiewerk blijkt dat mensen steeds minder kunnen met de notie dat zij zondig zijn. Waarom moet deze basale geloofswaarheid niet uit het oog verloren worden?
  • Lees vers 12 en ook Mattheus 28: 18. Hoe zal de Knecht van de Heere verheerlijkt worden? 

GEBED/LIED:

Bid de liedtekst van ‘Leer mij o Heer Uw lijden recht betrachten

Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
In deze zee verzinken mijn gedachten:
O liefde die, om zondaars te bevrijden,
Zo zwaar moest lijden.
‘K Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
Tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
In onze plaats gemarteld en geslagen,
De zonde dragen.
Dit breekt mijn trots. Waar zou ik nog op bogen?
Ik lig in ‘t stof, maar God komt mij verhogen,
Nu ik van vijand Gods en tegenstander
In vriend verander.
Daar Ge_U voor mij hebt in de dood gegeven,
Hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden
Mijn hart niet wijden?

Donderdag 28 juli

LEZEN: Jesaja 54 

Voor een klein ogenblik heb ik u verlaten, zegt de Heere in vers 7, maar in grote barmhartigheid zal Ik u bijeenbrengen. Dit hoofdstuk staat bol van de onverdiende liefde. Woorden schieten te kort om die liefde onder woorden te brengen, maar dat is ook niet nodig, want God Zelf gebruikt hier de rijkste uitdrukkingen om aan te geven met hoe veel liefde, trouw, genade en vrede Hij Zijn volk zal omringen (vers 11 en 12). 

Nog zo’n inhoudsvolle tekst (vers 13): Al Uw kinderen zullen door de Heere onderwezen zijn en de vrede voor uw kinderen zal groot zijn – voor gelovige ouders is er weinig mooier dan dat hun kinderen hun leven in Gods handen leggen. Uit hun doop gaan leven, belijdenis doen, zich bij het lichaam van Christus voegen. Het kan veel pijn en verdriet geven als het tegenovergestelde gebeurt. Maar ook in dit gedeelte blijkt weer dat Gods genade en liefde zo veel groter is dan de afvalligheid en het ronddwalen van wie bij Hem horen. De HSV-Studiebijbel zegt bij vers 13 dat Gods genade hun trouw aan Zijn Woord garandeert. God zorgt ervoor dat mensen hem (gaan) dienen. Dat is een grote troost. God Zelf brengt terug, stort zijn liefde in mensenharten, doet hen veilig wonen.  

VRAGEN:

  • Heb je in je eigen leven gemerkt dat God doorgaat met Zijn werk in weerwil van jezelf? 
  • Op welke manier kun jij aan je kinderen of kleinkinderen -als je die mocht krijgen- laten zien dat Gods genade groter is dan onze zonden, ook als zij andere wegen gaan? 

GEBED:

Aan U ligt het niet, Heere God. U toont Uw liefde in zo’n rijke mate, dat wij alleen maar verwonderd onze handen kunnen ophouden om ze te laten vullen. Pleitend op Uw genade alleen bidden wij ook voor degenen die niet in Uw wegen gaan. Doet u genadig de belofte gestand die U deed bij hun doop. U heeft Uw Zoon voor de wereld gegeven, Heere. Maakt U hen daarom Zelf trouw aan Uw Woord, zoals u in Uw Woord belooft. Amen.

LIED: Psalm 4:4

Gij hebt m’ in ‘t hart meer vreugd gegeven,
Dan and’ren smaken in een tijd,
Als zij, door aards geluk verheven,
Bij koorn en most wellustig leven,
ln hunnen overvloed verblijd.
Ik zal gerust in vrede slapen,
En liggen ongestoord ter neer;
Want Gij alleen, mijn schild en wapen,
Schoon ‘t onheil schijnt voor mij geschapen,
Zult mij doen zeker wonen, HEER.

Vrijdag 29 juli

LEZEN: Jesaja 60: De heerlijkheid van Sion 

Sta op, wordt verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de Heere gaat over u op. Dit gedeelte gaat specifiek over Israël. De heerlijkheid (kabod) van de Heere zal over Sion gezien worden zoals het licht van de zon over een stad bij het ochtendgloren. Volgens de Studiebijbel Online zijn licht, glans en heerlijkheid beelden voor Gods tegenwoordigheid. Er kan ook gedacht worden aan Gods wet, recht en gerechtigheid. Doordat Israël beschenen wordt door Gods licht, zal het volk zelf een licht zijn voor de volken. Want de volken, zelfs de koningen zullen komen naar zijn licht en de glans van zijn dageraad. 

VRAGEN:

  • Lees Johannes 1: 4-9 en Openbaring 21:23. Denk je dat de toekomstvoorspelling van Jesaja nog uitstaat of al vervuld is? 

 GEBED:

God van Israël, wij bidden U om vrede, licht en gerechtigheid voor Uw volk. Maak hen tot een stralend licht voor de volken, tot de wereld weet dat U verlossing geeft. Uw genade door ons heen. In Jezus’ Naam, amen. 

LIED: Psalm 37:3

Geen ijd’le zorg doe u van ‘t heilspoor dwalen;
Houd in uw weg het oog op God gericht,
Vertrouw op Hem, en d’ uitkomst zal niet falen:
Hij zal welhaast uw recht, voor elks gezicht,
Doen dagen als de morgenzonnestralen,
En blinken als het helder middaglicht.

Zaterdag 30 juli

LEZEN: Jesaja 65 

In de eerste twee verzen lees je opnieuw hoe groot de liefde van de Heere is voor zijn ongehoorzame volk. “Zie, hier ben Ik, zie hier ben Ik! De hele dag heb Ik Mijn handen uitgespreid naar een opstandig volk.” 

VRAGEN:

  • Schrijf op waarin jij dagelijks de uitgespreide handen van de Heere ziet. Welke dingen belemmeren het zicht op de goedheid en genade van de Heere? Denk bijvoorbeeld aan ongeloof, zorgen, een volle agenda, opgaan in materiële zaken, vertrouwen op wetenschap (artsen) of maakbaarheidsdenken. 
  • Gods toorn wordt wel gekrenkte liefde genoemd. Hoe zie jij dat terug in dit hoofdstuk? 

GEBED:

Heere God, in Uw Woord zie ik Uw uitgestrekte handen. U bent het zo waard dat ik mij aan U toewijd. Bewaar mij ervoor dat ik mijn vertrouwen op iets of iemand anders stel dan op U. Help mij U dagelijks te volgen. In Jezus’ Naam, amen. 

LIED: Vader, vol van vrees en schaamte

Zondag 31 juli

LEZEN: Jesaja 66: 18-einde 

In het laatste hoofdstuk van Jesaja komt nog een keer naar voren hoe de toekomst er uit zal zien, zowel voor degenen die naar de Heere vragen als voor hen die tegen Hem in opstand zijn gekomen. Het is leven of dood. 

VRAGEN:

  • Hoe ziet de toekomst eruit van hen die naar Hem vragen? (18b, 19, 22 en 23) 
  • Hoe eindigen degenen die tegen Hem in opstand zijn gekomen? (14-18a, 24)
  • Wat is het teken uit vers 19? Lees hiervoor Jesaja 7:14 en 11:10. 

GEBED:

Dank, Heere, uit de grond van mijn hart dat de heidenvolken Uw tijding hebben gehoord. Dat Uw heerlijkheid de heidenen verkondigd is. Uw Naam is heerlijk, Uw rustplaats zal heerlijk zijn. Dan zal ik U kennen zoals ik ook gekend ben. Dan zal ik U zien, U voor eeuwig liefhebben. Doe mij daarnaar uitzien en verlangen. Om Jezus’ wil, amen. 

LIED: Psalm 89:8

Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht;
Wij steken ‘t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om ‘t eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in ‘t strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.


Reageren? Stuur een mail naar reacties@vrouwtotvrouw.nl