• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 29 juli 2021

Doe maar even helemaal niets

Soms, als ik een periode veel te doen heb, speel ik met de gedachte eens een week naar een klooster te gaan. Wat lijkt het me heerlijk om even niks te moeten, de hele dag rust.

Even stil zijn

Hoewel je zelf misschien niet als eerste denkt aan een klooster, zul je wellicht de behoefte aan rust wel herkennen. Geen telefoon die je afleidt, geen werk dat op je wacht, geen huishouden dat maar doorgaat, enzovoorts. We leven in een maatschappij die veel van ons vraagt. We moeten veel ballen hooghouden en komen soms weinig tot rust. Maar waarom is dat belangrijk, tot rust komen? En hoe doe je dat eigenlijk?

Rust heeft de betekenis van de toestand waarin gestopt wordt met inspanning. Eigenlijk is rust dus tijd nemen voor ontspanning. Daarbij is het belangrijk regelmatig stil te staan bij hoe het met u gaat. Ben ik erg ingespannen bezig, ben ik moe? Rust nemen is uzelf en de signalen van uw lichaam serieus nemen. Ook in de Bijbel heeft rust een essentiële plek. Psalm 62 zingt het uit: ‘Zeker, mijn ziel is stil voor God, van Hem is mijn heil’ (Psalm 62:2).

Signalen

We zijn gemaakt door onze Schepper met gevoelens die ons iets zeggen over hoe het met ons gaat. Als we heerlijk door het bos lopen en genieten van de natuur, voelen we ons ontspannen en blij. Als we vinden dat een ander of onszelf tekort wordt gedaan, voelen we ons boos. Als we veel gedaan hebben, voelen we ons moe. Het is belangrijk stil te staan bij hoe we ons voelen, om zo een kompas te hebben waarmee we kunnen beslissen of we rust nodig hebben. Als dat lange tijd genegeerd wordt, kan het zijn dat het lichaam in een ‘vecht-stand’ blijft staan. In de dagelijkse praktijk als psycholoog zie ik dat mensen dan een verscheidenheid aan klachten kunnen ontwikkelen: slaapproblemen, prikkelbaarheid, overmatig piekeren, concentratieproblemen, somberheid, paniek. Vandaar is het belangrijk te herkennen wanneer we rust nodig hebben, en wanneer we onze grenzen voelen. Ik denk dan ook aan de bekende tekst uit 1 Korinthe 6:19: ‘Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest…?’.

‘Misschien een koffietje drinken met een vriendin, lekker op een bankje zitten bij de speeltuin met de (klein)kinderen, even uitwaaien in het bos of op een plaatselijk strandje.’.

Verantwoordelijkheidsgevoel

Uit de praktijk weten we dat er bepaalde kenmerken zijn die de kans verhogen dat we over onze grenzen heen gaan, bijvoorbeeld als je een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebt en een hoge mate van betrokkenheid. In het leven van elke dag dragen we vaak veel verantwoordelijkheid: voor ons werk, taken in de kerkelijke gemeente, vrijwilligerswerk, eventuele partner en kinderen, mantelzorg, het onderhouden van vriendschappen. Stuk voor stuk activiteiten die ons aanspreken en het leven waarde geven. Tegelijkertijd zijn het vaak veel, en soms ook té veel ballen die we in de lucht moeten houden. Als we het bovenstaande rijtje in een agenda van zes dagen moeten passen, blijft er weinig tot geen tijd voor rust over. Als je jezelf voor al deze activiteiten ook nog eens erg verantwoordelijk voelt, heb je meer moeite om een onderdeel ervan te schrappen.

(Tekst gaat verder onder foto)

Perfectionisme

Ook perfectionisme is een kenmerk waar men soms onder gebukt gaat. Als het huishouden altijd tiptop in orde moet zijn, je op je werk voor 100% moet presteren, je de kinderen alle aandacht wilt geven, u de kleinkinderen altijd in het zonnetje wilt zetten, je altijd een luisterend oor wilt bieden aan je vriendinnen en ook nog bij wilt dragen in maatschappelijk opzicht, dan kan de maat vol worden. Let in mijn voorgaande zin op de woorden: altijd, alle, 100%. Met cliënten die ik spreek maak ik weleens een rijtje rekensommen: 2×2=4; 4×4=16; 3×8=24; 5×5=24; 6×4=24. De oplettende lezer zal het meteen opvallen dat ik een fout heb gemaakt. 5×5 is namelijk geen 24, maar 25. Sterker nog, hoogstwaarschijnlijk is dat het enige wat opviel. Als ik mezelf echter een cijfer geef voor mijn rekenkunsten, heb ik 4 van de 5 vragen goed: een 8. Dat is misschien een beetje flauw, maar dat illustreert dat je niet alles goed hoeft te doen om te ‘voldoen’.

Energievreters en energiegevers

De vraag blijft over hoe je meer tot rust kunt komen in je dagelijks leven. Bekijk de afgelopen dag eens; schrijf alle(!) activiteiten van die dag op. Dus ook het aanzetten van de wasmachine, het doen van de afwas, het aankleden van de kinderen, dat (werk)mailtje versturen en het praatje met de buurvrouw. Benoem of het een energievreter of een energiegever is en geef het een cijfer van intensiteit. Bijvoorbeeld: Stofzuigen: energievreter 7. Koffiedrinken met dit tijdschrift: energiegever 5. Dit is een makkelijke manier om in kaart te brengen hoe het zit met de balans op een dag. De volgende vraag is hoe je de energievreters kunt verminderen en de energiegevers kunt vermeerderen. Dat heeft wel een aantal consequenties: niet alles hoeft een 10 te zijn (denk maar aan het rekenvoorbeeld). Kijk nog eens kritisch of alle energievreters werkelijk nodig zijn. Is het nodig dat het huis elke dag gezogen wordt? Moet je werk-e-mail elk uur van de dag gecheckt worden? Moet je zowel vrijwilligerswerk, mantelzorg als een taak in de kerk vervullen?

De tweede stap is onderzoeken wat voor jou energiegevers zijn. Zorg dat je vrije tijd niet opgevuld wordt met dingen die eigenlijk weinig energie geven. Denk aan het hangen op de bank met de telefoon, het spelen van een computerspelletje, of dat praatje met iemand uit de buurt waar je eigenlijk helemaal geen behoefte aan hebt. Tips om te ontdekken wat energie kan geven: beweging is een lichamelijke inspanning die veelal mentale rust kan geven. Net als het maken van muziek, schilderen, lezen, tuinieren, het zijn allemaal manieren om tot rust te komen. Of misschien een koffietje drinken met een vriendin, lekker op een bankje zitten bij de speeltuin met de (klein)kinderen, even uitwaaien in het bos of op een plaatselijk strandje. Maak eventueel een lijstje met dingen die je fijn vindt om te doen en kies op het moment zelf waar je zin in hebt.

Aandacht

Tot slot: doe de dingen met aandacht. We zijn geneigd om terwijl wij bezig zijn, te blijven nadenken over dingen die achter ons liggen of de dingen die nog moeten komen. Maar om tot rust te komen is het juist belangrijk om even niet na te denken. Een goede oefening is om als je iets aan het doen bent, bijvoorbeeld ter ontspanning, je aandacht te richten op het hier en nu. Ter illustratie: als je eet, geef aandacht aan de smaak en de structuur van het eten en ruik de kruiden. Als je wandelt: hoor de geluiden van de vogels en de bomen die ritselen, voel de wind door je haren, kijk naar de kleine bloemetjes, de torretjes op het pad, en ruik het gemaaide gras. Zo kun je meer aandacht geven aan en genieten van al het prachtige van Gods natuur.

En dat weekje in het klooster? Misschien heb je dat wel niet meer nodig!

TEKST: CHIELINE BOERMAN
Chieline Boerman-Vernooij is psycholoog bij Eleos, specialist in christelijke GGZ


Dit artikel is verschenen in Vrouw tot Vrouw magazine. Meer weten? Kijk hier.