• Gepubliceerd door
  • Anna Slingerland-Uittenbogaard
  • Gepubliceerd op
  • 19 augustus 2021

Die enkeling die baby Blessings heette

Ik leerde dit jongetje Blessings kennen toen hij nog een klein babytje was. Het dorp noemt zijn moeder ‘moto moto’ (wijzend naar de zijkant van het hoofd), wat zoiets als mentaal beperkt betekent. Ze kwam wekelijks even buurten bij ons huis (lees: eigenlijk vragen om zeep of eten) en was ook maandelijks in het ziekenhuis te vinden. Haar baby bleek altijd wel weer malaria of een huidinfectie te hebben. Nu werkt zijn moeder een ochtendje bij ons thuis en veegt dan de tuin aan – werken voor geld voelt tenslotte voor iedereen beter – en dit leuke jongetje is zeker een ‘Blessing’ om te zien. Als ik thuis kom rent hij naar me toe om opgetild te worden. Een van de enige peuters die niet meer bang is voor de blanke ‘azungu’.

Hongerseizoen
Ik ken de meeste gezichten van mensen die komen bedelen en heel soms hun namen. Ik beheers de taal niet goed genoeg en het aantal is te groot om van ieder de thuissituatie te kennen. Ook zitten er veel laat-ik-mijn-geluk-vandaag-eens-beproeven-bij-die-blanke-mensen tussen volgens mijn buurman. Ons eerste jaar in Malawi startte gelijk met een hongerseizoen omdat de oogst slecht gelukt was. Toen onze buurman 200 mensen in onze tuin zag zitten die vroegen om eten, stampte hij de tuin in en verkondigde luid dat de meesten van hen zich moesten schamen omdat ze het niet nodig hadden, en stuurde hen toen allemaal weg. Een goeie buur is in Malawi zeker net zo handig als een verre vriend.

Wat is juist
Even klagen: de grote stroom van arme mensen is niet te stuiten en het constant moeten beslissen over het wel/niet helpen is eerlijk gezegd verschrikkelijk vermoeiend. Je komt naar zo’n land om te helpen, maar wel alleen waar nodig, en niet grenzeloos bovendien. Ik ben een slechte nee-zegger. Toen ik emotioneel geraakt was en een vrouw een deken gaf die al een paar dagen buiten sliep in de koude winter, zaten er een week later acht dames op de stoep die wel graag een deken wilden. Allemaal naar huis gebonjoured. Nee zeggen is toch vaak beter. En dan heb ik het nog niet eens gehad over dat blanken een afhankelijkheid hebben gecreëerd in het verleden waar ik niet aan mee wil doen.

Toch doen?
Daar tegenover staat dan weer dat de God waar ik in geloof toch ook mij opdraagt om het tweede stel kleren wat ik heb weg te geven en zelfs stelt: ‘Want Ik ben hongerig geweest en u hebt Mij niet te eten gegeven. Ik was naakt en u hebt mij niet gekleed’  (Lukas 3 en Mattheus 25). Alles wat je voor hen doet, doe je ook voor Hem, herinner ik mezelf vaak.

Die enkeling
Het is dan ook een verademing om een relatie op te kunnen bouwen met deze moeder. Om deze baby een peuter te zien worden. Om haar een beetje te zien opbloeien omdat ze een heuse job-voor-een-dag heeft terwijl haar familie dacht dat ze die misschien wel nooit zou krijgen. Ik las eens een uitspraak van Moeder Teresa: ‘Als ik naar de massa zou kijken, dan doe ik niets. Als ik naar die enkeling kijk wel’. Ik hou het vast. Ik ben hier om de enkeling te zien. Baby Blessings is mijn voorbeeld.


Dit is de vierde blog van Anna. Benieuwd naar de andere blogs? Lees hier.

Anna Slingerland-Uittenbogaard werkt als Manager Programma’s bij Nkhoma Mission Hospital in Malawi. Ze is uitgezonden door de GZB samen met haar man, die aan de watervoorziening voor de omgeving werkt. Ze houdt van creatieve projectjes, mensen in haar huis, schrijft graag over hoe God haar sterkt en is een tikkeltje kritisch op ontwikkelingswerk. Je kunt haar dagelijkse verhalen lezen via haar instagram.

Deze groep vrouwen hebben wij doorverwezen hadden naar een lokaal project, waar ze in groepen worden verdeeld een samen aan een inkomen gaan werken. Wij steunen dit lokale initiatief dan financieel.